Debatteren (1)

Na déze les
  • weet je wat een debat is;
  • welke regels er zijn;
  • wie er in jouw debatteam zit.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Na déze les
  • weet je wat een debat is;
  • welke regels er zijn;
  • wie er in jouw debatteam zit.

Slide 1 - Slide

Welkom
Neem plaats, pak alvast je boek, schrift en een pen

                                                                                    
Burgerschap 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Deze les
  • uitleg debatteren
  • voorbereidingstijd

Slide 4 - Slide

In de komende lessen leer je: 
  • hoe je een debat voert 
  • argumenteren
  • jezelf presenteren
  • anderen overtuigen
  • snel en to-the-point reageren
  • beoordelen of anderen overtuigend zijn

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Verschil debat en discussie
Debat
Discussie
Begin en eind is afgesproken
Vindt spontaan plaats
Onderwerp staat vast
Onderwerp spontaan gekozen
Volgens vaste regels
Vrije vorm
Deelnemers bekend
Iedereen kan deelnemen
Mening staat vast
Mening kan veranderen
Een derde partij overtuigen
Elkaar overtuigen

Slide 7 - Slide

Het debat in de klas
Heeft twee partijen:
  • voorstanders 
  • tegenstanders

Terwijl twee teams debatteren, hebben de anderen ook een rol:

  • jurylid/observator

Slide 8 - Slide

Opdracht
Kies één van de onderstaande stellingen:
  • Pepernoten mogen pas vanaf 1 november verkocht worden.
  • Bibliotheken zijn overbodig.
  • Bij mooi weer moeten scholen huiswerkvrij zijn.

Werk zelfstandig en schrijf zo veel mogelijk argumenten op, zowel vóór als tegen deze stelling.
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Overtuigen!
Als ik je naam noem, ga je staan en geef je zo overtuigend een van je argumenten.

Slide 10 - Slide

Pepernoten mogen pas vanaf 1 november verkocht worden

Slide 11 - Slide

Bibliotheken zijn overbodig.

Slide 12 - Slide

Bij mooi weer moeten scholen huiswerkvrij zijn.

Slide 13 - Slide

Welke regels gelden er bij debatteren?

Slide 14 - Mind map

Slide 15 - Video

Stelling 1: Accounts van influencers die fake news verspreiden moeten tijdelijk gedeactiveerd worden.
  

Stelling 2: Vapen zou verboden moeten worden.


Stelling 3: Geen mobieltjes in de klas!

Stelling 4: De zomertijd moet worden afgeschaft.
 

Stelling 5: De verkoop van fastfood moet verboden worden.


Slide 16 - Slide

Opdracht
Ga bij je groep zitten.
Lees evt. de stelling nog eens door. 
Ga op zoek naar informatie en brainstorm alvast over argumenten.

timer
10:00

Slide 17 - Slide

Debat voeren
Groep voor 
Groep tegen
Jury

Slide 18 - Slide

Bij een DEBAT heb je altijd een stelling.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Wat is een debat?
A
een foutje dat iemand per ongeluk heeft gemaakt
B
een ruzie tussen twee of meer mensen
C
woordenstrijd tussen twee partijen over een stelling
D
een programma waarbij vragen beantwoord worden

Slide 20 - Quiz

Wat is het belangrijkste doel van een debat?
A
informeren
B
opiniëren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 21 - Quiz

Weet je nu wat een debat is?
A
Ja
B
Nee
C
Misschien

Slide 22 - Quiz

Wat is een debat?

Slide 23 - Mind map