HAVO Paragraaf 3.3

Los deze rebus op!
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Los deze rebus op!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen
* huiswerk controleren en doorlopen
* Leerdoelen
* theorie
* oefenmogelijkheden
* begin met huiswerk

Slide 2 - Slide

Leerdoelen deze paragraaf

  • ik kan leenmotieven benoemen
  • ik kan de kosten van een lening berekenen
  • ik ken verschillende vormen van (consumptief) krediet

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Leenmotieven
Dit zijn redenen om te lenen

Tijdelijk geldtekort
lenen voor de aanscha van (duurzame) producten
Lenen om calamiteiten (tegenslagen) op te vangen

Slide 5 - Slide

Soorten consumptief krediet

  • Persoonlijke lening
  • Doorlopend krediet
  • Salaris krediet (rekening courant krediet)
  • Koop op afbetaling

Slide 6 - Slide

Kredietvormen

Consumptief krediet (bank):

  • persoonlijke lening (lenen en terugbetalen in afgesproken termijnen);
  • doorlopend krediet (wat afgelost is mag opnieuw opgenomen worden);
  • salariskrediet/rekening-courantkrediet (rood staan bij de bank).


Consumptief krediet (winkel):

  • koop op afbetaling (meteen eigenaar);

Slide 7 - Slide

Kredietkosten berekenen
  • Krediet = lening
  • Kredietkosten = (aantal termijnen x termijnbedrag) - lening

    Slide 8 - Slide

    Kredietkosten

    Als je geld leent, krijg je te maken met:

    • aflossing: terugbetaling van het leenbedrag;
    • rente: een percentage van het leenbedrag als vergoeding voor het lenen.




    Slide 9 - Slide

    • (24 x € 148 ) - € 3.000 = € 552
    Rekenvoorbeeld
    Ik leen € 3.000 en betaal terug in maandelijkse termijnen van elk € 148. Looptijd is twee jaar. 
    Bereken de kredietkosten.






    Slide 10 - Slide

    Hypothecaire lening
    Annuïteiten hypotheek                                       Lineaire hypotheek


    Slide 11 - Slide

    Huiswerk
    Zijn er nog vragen?

    We beginnen met vraag 3.11 tot en met 3.15.

    Dit wordt het huiswerk voor de volgende keer.

    Slide 12 - Slide