- Je blijft van je klasgenoten af en bent tegen iedereen vriendelijk.
- Je gaat rustig aan het het werk en praat alleen zachtjes met de mensen aan je eigen tafel, als het mag.
- Als je ziet dat het bord op ROOD staat is het te druk en dan:
1: Ga je zitten
2: Ben je stil
3: Maak je je handen leeg
4: Kijk en luister je naar de docent