This lesson contains 32 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Afsluiting H2: Tussen de oorlogen
1.
2.
3.
4.
5.
Slide 1 - Slide
Deze les:
Bespreken toets H1 + adviezen schrijven voor de toets van H2.
Herhaling H2, wat moet je kennen en kunnen voor de toets.
Ruimte voor het stellen van vragen + tijd om te leren.
Slide 2 - Slide
Aan het einde van deze les:
... weet je wat er goed en minder goed ging op de vorige toets.
... heb je jezelf adviezen gegeven voor het maken van de volgende toets.
... is de lesstof van H2 herhaalt.
... ben je klaar om de toets van H2 te maken.
Slide 3 - Slide
Bespreken toets H1:
Noteer op het blaadje dat je gekregen hebt tijdens en na de bespreking tips voor jezelf.
Slide 4 - Slide
Welvaart in de jaren 1920:
Voor WO I was de VS al het rijkste land ter wereld
Voorsprong werd alleen maar groter tijdens de eerste 10 jaar van het interbellum.
bloei van industrieel kapitalisme door snelgroeiende auto- en elektrotechnische industrie
werk steeds efficiënter georganiseerd, gebruik van de lopende band
ontstaan van een consumptiemaatschappij: een samenleving waarin veel consumptiegoederen worden gekocht.
Slide 5 - Slide
Crisis in de jaren 1930: Oorzaken
economische groei en optimisme zorgen ervoor dat aandelen van bedrijven steeds meer waard worden.
Veel Amerikanen willen meeprofiteren en kopen aandelen.
Het geld dat ze hiervoor gebruiken is vaak spaargeld of geleend geld (krediet)
De aandelen worden gekocht op de beurs
Slide 6 - Slide
Crisis in de jaren 1930: Oorzaken
beurskrach
24 oktober 1929: aandelen op de belangrijkste beurs (Wallstreet) gaan snel omlaag. zwarte donderdag
beurskrach: sterke en snelle daling van aandelenkoersen op de beurs.
keerpunt in de geschiedenis, een belangrijke snelle verandering.
Slide 7 - Slide
Crisis in de jaren 1930: Gevolgen
Koersen blijven dalen
ontstaat een economische crisis die blijft voortduren in de jaren 1930, de Grote Depressie
Duizenden banken en industriële bedrijven en miljoenen boeren gaan failliet
Door handelscontracten en kolonies verspreid de crisis zich over de wereld.
Wereldhandel vermindert tot een kwart van wat het was in 1928.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Oplossing: de New Deal
President Roosevelt:
Democratische partij, gekozen in 1932.
Nieuwe aanpak om de crisis te bestrijden, de New Deal
overheid ging zich intensief met de crisis bemoeien
mensen aan het werk gezet met openbare werken.
Boeren die hun productie beperkten kregen subsidie
overheid kocht graan, katoen en zuivel op voor prijzen die boven de marktprijs lagen.
overheid gaat toezicht houden op banken.
Vakbonden kregen meer rechten en de lonen en arbeidstijden werden verbeterd.
Slide 10 - Slide
2.2: Fascisme en communisme
Slide 11 - Slide
Fascisme:
Antidemocratische, gewelddadige, extreem nationalistische en totalitaire politieke beweging.
Slide 12 - Slide
Totalitaire dictatuur:
Overheid probeert het denken en doen van de Italianen volledig te beheersen.
Radio, kranten, films, op scholen, op het werk en op massabijeenkomsten kregen mensen voortdurend te horen hoe ze moesten leven en wat ze moesten denken. indoctrineren.
'vijanden van het volk' werden zonder proces gevangen of gedeporteerd
Slide 13 - Slide
Communisme:
(politieke) ideologie die ernaar streeft om productiemiddelen (arbeid, gebouwen, grondstoffen en machines) en verbruiksgoederen tot gemeenschappelijk bezit te maken. Het is een economisch systeem waarbij inkomens en goederen in gelijke mate onder de bevolking is verdeeld.
Radicale vorm van Socialisme
Slide 14 - Slide
De Sovjet- Unie:
Stalin wil:
industrialisatie versnellen.
1928: Eerste vijfjarenplan, overheid bepaalt precies wat er moet worden geproduceerd.
Doel van deze planeconomie, van de Sovjet-Unie een sterke industriële mogendheid maken.
Slide 15 - Slide
De Sovjet- Unie:
planeconomie van Stalin werkt:
overal industrie complexen
mijnen
spoorlijnen
kanalen
miljoenen boeren worden industrie arbeider
Slide 16 - Slide
De Sovjet- Unie:
planeconomie van Stalin voor de boeren:
boeren moeten land afstaan en gaan samenwerken in kolchozen: collectieve boerderijen waarin alles samen wordt gedaan.
voedsel produceren met nieuwe werktuigen om de snelgroeiende stadsbevolking te voeden.
Slide 17 - Slide
Dictatuur in de Sovjet- Unie:
Sovjet-Unie onder Stalin een totalitaire dictatuur.
tegenstanders gedeporteerd naar Siberië
met terreur beheerste de communistische partij het denken en doen van de bevolking die uit angst gehoorzaam was.
Slide 18 - Slide
Dictatuur in de Sovjet- Unie:
Verheerlijking van Stalin.
propaganda en indoctrinatie: 'vadertje Stalin' zorgt voor ons, ellende is de schuld van anderen.
Stalinisme: communisme onder stalin met extreme onderdrukking en extreme persoonsverheerlijking.
Slide 19 - Slide
2.3: Duitsland van democratie naar dictatuur:
Oorzaken:
Politiek: Wantrouwen in de regering (Weimarrepubliek), Dolkstootlegende, Verdrag van Versailles.
Economisch: Herstelbetalingen uit het verdrag van Versailles zorgen, economische wereldcrisis, inflatie.
Slide 20 - Slide
De opkomst van Hitler:
Antisemitisme:
Joden schuldig aan de Duitse nederlaag in WO I
Joden gebruiken socialisme om arbeiders van hun vaderland te vervreemden.
Nieuw socialisme: Nationaalsocialisme
Slide 21 - Slide
De opkomst van Hitler:
Nationaalsocialsme: (nazisme/ nazi's)
net als het fascisme, antidemocratisch, gewelddadig, extreem nationalistisch en totalitair.
Naar voorbeeld van Mussolini laat Hitler zich Führer (leider) noemen.
Verschil: nog radicaler en racistisch
Slide 22 - Slide
De opkomst van Hitler:
Nazi's:
onjuiste theorie: verschillende mensenrassen vechten een meedogenloze strijd op leven en dood uit.
rassenleer: onjuiste theorie over verschillen tussen mensenrassen.
'Joodse ras' is de grootste vijand van het 'Germaanse ras'
Slide 23 - Slide
De opkomst van Hitler:
Nazi-ideologie:
'Germaanse ras' moet worden verbeterd.
'Levensonwaardig en zwak leven' moet verdwijnen.
Joden, maar ook homoseksuelen en geestelijk gehandicapten.
Duitsers hebben meer leefruimte nodig
Polen, Russen en andere 'minderwaardige' slavische volken verdrijven, vermoorden of als slaven voor zich laten werken.
Slide 24 - Slide
Hoe werd Duitsland een totalitaire dictatuur:
Door valse beloftes aan andere partijen komt er toch een meerderheid in de Rijksdag voor een 'machtigingswet'
Hitler 4 jaar lang alle macht.
Einde van de democratische Weimarrepubliek en het begin van de dictatuur van nazi- Duitsland.
Slide 25 - Slide
Hoe werd Duitsland een totalitaire dictatuur:
Duitsland wordt een totalitaire eenpartijstaat waarin veel burgerrechten worden afgeschaft.
Burgers geïntimideerd door bruinhemden.
Joden, socialisten en communisten in elkaar geslagen.
Tegenstanders gevangen gezet.
Slide 26 - Slide
Hoe werd Duitsland een totalitaire dictatuur:
Propaganda:
Kranten, films en radio gecontroleerd.
Onderwijs moet nazi-ideologie volgen.
Hitlergroet, vlaggen met hakenkruizen.
Slide 27 - Slide
Hoe werd Duitsland een totalitaire dictatuur:
Uitbreiden van het leger, dienstplicht weer ingevoerd.
Autowegen aanleggen.
Oorlogsindustrie.
Werkloosheid verdween
Hitler populair.
Slide 28 - Slide
2.4: Nederland in het interbellum
Jaren 1920:
nauwelijks werkloosheid, welvaart groeit, meer vrije tijd.
Jaren 1930: economische wereldcrisis
werkloosheid loopt snel op.
uitkeringen net genoeg om in leven te blijven
2x per dag een stempel halen.
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Nederlandse totalitaire partijen maken weinig kans door:
Nederland is niet ontwricht geraakt door WO I zoals Italië en Duitsland.
Geen woede over de afloop van WO I.
1931: Regering verbied ambtenaren lid te zijn van de NSB.
1935: Politieke organisaties mogen geen uniformen dragen (verboden)