Je werkt in tweetallen.
Eén van de twee staat met de rug naar het bord.
De ander beschrijft de zes zaken die hij op het bord ziet staan.
Zodra ze alle zes goed worden geraden door de leerling die het niet kan zien, mag je gaan zitten.
Je mag natuurlijk niet (delen van) het woord letterlijk zeggen!
Winnaar = huiswerkvrij!