This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
5.4
Voor een handvol stuivers
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
Toets bespreken.
Huiswerkcontrole.
Leren over de arbeidsomstandigheden tijdens de Industriële Revolutie.
Slide 2 - Slide
Toets bespreken
Pak een potlood.
Je zet een sterretje bij vragen waar je denkt meer punten te verdienen.
Klassikale vragen stel je alléén als het voor iedereen relevant is.
Eigen vragen stel je na afloop.
Slide 3 - Slide
Huiswerkcontrole
Maak van 5.2 opdracht 20, 21, 23, 24, 25, 27, 34, 36 en 37 + markeer van 5.4 de belangrijkste zinnen in de tekst.
Slide 4 - Slide
Aan de slag!
Kijk de opdrachten van 5.2 na.
Maak daarna van 5.4 opdracht 63, 64, 70, 71, 75 en 78.
Je mag samenwerken.
Ik loop rond om de persoonlijke vragen over de toets te bespreken.
Je hebt 20 minuten de tijd.
timer
20:00
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Arbeidsomstandigheden en Urbanisatie
Industriële revolutie: periode waarin mensen overgingen van met de hand werken naar met machines werken.
Arbeidsomstandigheden: Het geheel van voorwaarden en omstandigheden waaronder een arbeider moet werken, zoals het loon, het aantal werkuren per week en veiligheid op de werkvloer.
Tijdens de Industriële revolutie: lage lonen, lange werkdagen, onveilig werk, veel kinderarbeid.
Dorpen met een fabriek groeien uit tot grote industriesteden: Urbanisatie.
Slide 7 - Slide
Weet je nog van vorige week?
Wat waren de enclosure acts?
wet dat adel gebieden koopt waar ze een hek omheen bouwen.
Waarom vond er een agrarische revolutie plaats?
mensen willen niet meer alles met de hand doen en gaan slimmer nadenken over fokken en werken met machines.
Waarom leidde de agrarische revolutie tot een transportrevolutie?
Meer eten en spullen kunnen verplaatst worden (naar de stad om te verkopen)
Waarom zorgden de agrarische revolutie en de transportrevolutie voor een demografische revolutie?
Door agrarische revolutie meer eten, door transportrevolutie wordt dat eten naar de stad gebracht, daardoor is er genoeg te eten en gaan er minder mensen dood (bevolking groeit)
Slide 8 - Slide
Raden maar!
Je werkt in tweetallen.
Eén van de twee staat met de rug naar het bord.
De ander beschrijft de zes zaken die hij op het bord ziet staan.
Zodra ze alle zes goed worden geraden door de leerling die het niet kan zien, mag je gaan zitten.
Je mag natuurlijk niet (delen van) het woord letterlijk zeggen!
Winnaar = huiswerkvrij!
Slide 9 - Slide
Kinderarbeid
Arbeidsomstandigheden
Industriële Revolutie
Urbanisatie
Industriestad
Katoenfabriek
Slide 10 - Slide
Enclosure acts
Transportrevolutie
Agrarische revolutie
Demografische revolutie
Mest
Fokken
Slide 11 - Slide
Weet je het nu?
Leg in je eigen woorden (zonder boek) de betekenis van de begrippen uit:
Industriële revolutie
Arbeidsomstandigheden
Urbanisatie
Slide 12 - Slide
Huiswerk!
Kijk de opdrachten van 5.2 na.
Maak daarna van 5.4 opdracht 63, 64, 70, 71, 75 en 78.