blok 1 lezen 4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Pak je boek en ga lekker lezen

Wat gaan we vandaag doen?

Blok 1 - lezen - signaalwoorden en verwijswoorden

Doel: aan het einde van de les

weet je wat een signaalwoord en een

verwijswoord is.

Wat hebben we gedaan?

Je hebt bij blok 1 Lezen de teksten gelezen en de opdrachten gemaakt en nagekeken. Als je een opdracht 100% gemaakt hebt, dan kun je klikken op de antwoorden.

Of misschien ben je wel aan de opdrachten begonnen en heb je het nog niet af.

Deze les

Maak je alle opdrachten af bij het onderdeel Lezen in blok 1. Als je de opdracht helemaal af hebt, dan klik je aan dat je wilt nakijken. 

Heb je alles af en nagekeken? Dan ga je naar onderdeel D:

Oefentoets Appen op de fiets

Klaar? Blok 5 grammatica spelling

Zelfstandig werken

Maak alle opdrachten bij blok 1 Lezen. Kijk ze ook na.

Werk stil

Werk alleen

20 minuten. Klaar? D: Oefentoets Appen op de fiets

Na de les

Je hebt nu veel geoefend met het onderdeel lezen. Weet je nu wat signaalwoorden en verwijswoorden zijn?

Wat het je nog nodig om hier beter in te worden?

Antwoorden doornemen

Welke twee manieren om een tekst in te leiden gebruikt de schrijver?

Antwoorden doornemen

Welke twee manieren om een tekst in te leiden gebruikt de schrijver?

We kijken naar de inleiding:

Antwoorden doornemen

Ze prikkelen de fantasie, zijn charmant en vaak ook nog zelfvoorzienend. Foto’s van tiny houses worden op internet enthousiast gedeeld. Mensen kunnen zich vergapen aan de woonhuisjes van caravanformaat – en wegdromen bij de ideeën erachter. Compleet ‘ontspullen’ en in een poppenhuisje wonen, daar wordt het leven toch vanzelf simpeler van? 

Welke twee manieren om een tekst in te leiden gebruikt de schrijver?

Welke twee manieren om een tekst in te leiden gebruikt de schrijver?

Antwoorden doornemen

Wat was ook alweer een hoofdgedachte van een tekst?

Samenvatting in één zin!

Samenvatting in één zin!

Reden zoeken in een tekst

Als er gevraagd wordt naar een reden (of meerdere redenen) dan ga je op zoek naar het woord 'omdat' of het woord 'want'.

We kijken naar alinea 1:

Waarom is het beter?

Waarom is het beter? 

1. herstel sneller 

2. grondverbeteraar