Hfst 4.4 schrijven en formuleren

Welkom! 
Pak je spullen Nederlands
(je boek en je laptop) 
Log alvast in. 

PAK je leesboek en ga lekker lezen. 




1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom! 
Pak je spullen Nederlands
(je boek en je laptop) 
Log alvast in. 

PAK je leesboek en ga lekker lezen. 




Slide 1 - Slide

Lezen eigen boek

Slide 2 - Slide

Lesopbouw:
Absentie
Lezen eigen boek
Toets bespreken
Doel en uitleg deze les
Maken en bespreken opdrachten
Afsluiting

Slide 3 - Slide

Hfst overzicht: Vol Spanning
Les 1: Fictie
Les 2: Gedicht
Les 3: Lezen
Les 4: Schrijven en formuleren
Les 5: Woorden
 

Les 6: Spreken, kijken en luisteren
Les 7: Grammatica
Les 8: Spelling: 
Les 9 Media en onderzoek

Slide 4 - Slide

Bespreken toets
Doel: 
Waar zitten je valkuilen?
Wat kan je goed?
Waar ga je de volgende keer meer aandacht aan besteden?
Wat ga je anders doen in de les?
Wat heb je de afgelopen periode goed gedaan?

Slide 5 - Slide

Wat ga je deze periode beter/anders doen?

Slide 6 - Open question

Waar ga je meer aandacht aan besteden?

Slide 7 - Open question

Doel: 4.4 Schrijven en formuleren
Ik weet hoe ik een informatieve tekst moet schrijven. 
Ik weet hoe ik een inleiding moet schrijven. 
Ik weet een aantal formuleertips. 

Slide 8 - Slide

Hoe goed denk jij dat je een informatieve tekst kan schrijven?
wel oke
slecht

Slide 9 - Poll

Wat is een informatieve tekst?

Slide 10 - Open question

Noem een paar voorbeelden van informatieve teksten.

Slide 11 - Open question

Wat is geen informatieve tekst?
A
Krant
B
biologieboek
C
de Donald Duck
D
website van school

Slide 12 - Quiz

Doel les: 4.4 Schrijven en formuleren
Informatieve tekst: is een tekst die je informatie geeft. 
Er worden vooral feiten genoemd. 

Hoe schrijf je een informatieve tekst:
Schrijf een inleiding, een kern en een slot. 
Zet witte regels tussen de alinea's. 
Zet een titel boven de tekst. 

Slide 13 - Slide

Doel les: 4.4 Schrijven en formuleren
Ik weet hoe ik een inleiding moet schrijven.
  • Waar gaat de tekst over?
  • Trek de aandacht van de lezer. 
  • (blz 32)

Slide 14 - Slide

Doel les: 4.4 Schrijven en formuleren
Ik weet een aantal formuleertips. 
- Past je taalgebruik bij je doelgroep?
Voor volwassenen schrijf je anders dan voor kinderen. 
- schrijf constant in de verleden of de tegenwoordige tijd. Verander niet!
- Gebruik niet constant dezelfde woorden. Dat leest vervelend. Zorg voor afwisseling. (blz 33)

Slide 15 - Slide

Aantekeningen maken
Je krijgt een blad. Verdeel die in 4 kolommen. 
bovenste vak: het onderwerp
rechtervak: noties/aantekeningen
Linkervak: kernwoorden
Onderaan: samenvatting (dit doe je normaal zodra je thuiskomt)

Slide 16 - Slide

Bekijk de film/documentaire
Maak tijdens de film notities. Wat is belangrijk om te onthouden? 
Schrijf dat in het rechter vak op. 

Slide 17 - Slide

Doel: 
Ik kan het meervoud van zelfstandige naamwoorden die eindigen op -s of - 's goed schrijven. 

stapel - stapels
foto - foto's (fotos)

Slide 18 - Slide

Samen aan de slag
Wat wordt jouw titel?
Welke onderwerpen wil je in de tekst beschrijven? (kopjes/alinea's)
Schrijf daarna de inleiding (Een vraag die beantwoord wordt in de tekst?  zie vb blz 31) en het slot (samenvatting). 

Slide 19 - Slide

Hoe goed denk jij dat je een informatieve tekst kan schrijven?
wel oke
slecht

Slide 20 - Poll

Bedankt voor jullie aandacht!
We hebben samen een informatieve tekst geschreven. 

Slide 21 - Slide