Les 10 - Puberteit, adolescentie

Programma: 
  • Puzzel
  • Theorie: pubertijd en              adolescentie 
  • 24 boost 

1 / 20
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Programma: 
  • Puzzel
  • Theorie: pubertijd en              adolescentie 
  • 24 boost 

Slide 1 - Slide

Puzzelen....! 

  • Herhaling lesstof 

Slide 2 - Slide

Pubertijd 

Mindmap: waar denken we aan? 


Slide 3 - Slide

0

Slide 4 - Video

0

Slide 5 - Video

Hormonen 
Start pubertijd (lichamelijke veranderingen). Komt door hormonen: 
  • Testosteron (jongens)
  • Oestrogeen (meisjes). 


Slide 6 - Slide

Veranderend lichaam 
  • Menstruatie (rond 11, 12 jaar)  
  • Haargroei 
  • Groeispurt (onhandig)

Slide 7 - Slide

Groeispurt
Groeispurt lengte: handen, voeten, onderarmen, onderbenen, wervelkolom. 

Groeispurt breedte: wervelkolom, schouders (jongens), heupen (meisjes) 

Slide 8 - Slide

0

Slide 9 - Video

Wat gebeurd er in de hersenen tijdens de pubertijd? 
  • Het voorste gedeelte van de frontaalkwab is de prefrontale cortex. 
  • Dit deel ligt direct achter het voorhoofd en is verantwoordelijk voor bijv. plannen, impulsbeheers en doelgericht handelen. 
  • Dit worden ook wel de executieve functies genoemd.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Doordat de prefrontale cortex in ontwikkeling is, heeft een puber: 
  •  Moeite met keuzes maken
  • Moeite met plannen en vooruitkijken
  • Moeite met prioriteiten stellen

Slide 12 - Slide

De overdracht van informatie in de hersenen staat of valt met de verbindingen tussen hersendelen. Aan het begin van de pubertijd zijn nog niet alle verbinden gelegd. 
  •  Lagere overdrachtssnelheid informatie
  • Minder probleemoplossend vermogen
  • Moeite met overzicht en concentratie

Slide 13 - Slide

Doordat de emotiegebieden (nucleus, acucmbens, amygdala en insula) niet voldoende geremd wordt door de prefontale cortex, heeft een puber:
  • Emoties minder onder controle
  • Negatieve emoties sneller de overhand
  • Minder inlevingsvermogen (moeite met lezen van gezichtsuitdrukkingen)

Slide 14 - Slide

Adolescentie 
  • 16 tot 21 jaar 
  • Op deze leeftijd zijn de hersenen voldoende ontwikkeld om impulsief gedrag voldoende onder controle te kunnen houden (cognitief) 

Slide 15 - Slide

Cognitief
  • Aandacht en concentratie gaat beter
  • Reflecteren 
  • Samenhang regels, normen en waarden, verschillen in de wereld 

Slide 16 - Slide

  • Gevolgen handelen inschatten is nog lastig 
  • Volledig overzicht nog niet aanwezig 
  • Consequenties op lange termijn niet overzien 


Slide 17 - Slide

Emotioneel 
  • Wat wil ik met mijn leven? 
  • Zelfbewuster: eigen identiteit
  • Andere band met ouders (gelijkwaardiger) 

Slide 18 - Slide

Sociaal 
  • Zelfkennis en mensenkennis 
  • Empathisch vermogen neemt toe (inleven) 
  • Peergroup belangrijk (groepsdruk minder) 

Slide 19 - Slide

Seksueel 
  • Helft is seksueel actief
  • Experimenteren 

Slide 20 - Slide