Libre Service 1 unité 1

GRAMMAIRE 1
CORRIGER EXERCISES 8 A t/m D
1 / 33
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

GRAMMAIRE 1
CORRIGER EXERCISES 8 A t/m D

Slide 1 - Slide

Kun je nu zelf begroeten? 
Zing dan mee


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Welke woordjes ken je al? 


Welke woordjes zijn 'le'-woorden en welke zijn 'la' woorden? Je schrijft van allebei 3 voorbeelden op. 

Slide 4 - Slide

Ik ben ...
A
je suis
B
j'ai
C
je m' appelle
D
tu t'appelles

Slide 5 - Quiz

Nous sommes ...
A
Wij gaan
B
Wij heten
C
Wij zijn
D
Wij hebben

Slide 6 - Quiz

la maison
A
de winkel
B
het huis
C
de jongen
D
het appartement

Slide 7 - Quiz

L'arrondissement
A
Het appartement
B
Het hotel (Parijs)
C
De straat
D
Het stadsdeel (Parijs)

Slide 8 - Quiz

je suis
A
ik ben
B
jij bent

Slide 9 - Quiz

nous sommes
A
de sommen
B
wij zijn
C
jullie zijn
D
de snoepjes

Slide 10 - Quiz

le garçon
A
de jongen
B
het meisje
C
de vrouw
D
de man

Slide 11 - Quiz

l'ami
A
de vriend
B
de vriendin

Slide 12 - Quiz

l'amie
A
de vriend
B
de vriendin

Slide 13 - Quiz

nee
A
non
B
oui
C
no
D
pas

Slide 14 - Quiz

ça va?
A
Hoe gaat het?
B
Hoe heet je?
C
Hoe oud bent je?
D
Waar woon je?

Slide 15 - Quiz

La classe. La betekent....
A
de
B
een
C
het
D
groot

Slide 16 - Quiz

Le garçon. Le =
A
de
B
het
C
een
D
klein

Slide 17 - Quiz

La fille. La =
A
de
B
het
C
een
D
groot

Slide 18 - Quiz

Terugblik
1. We hebben gelezen op p. 14 hoe Romain en Ousman en Clémence en Aurélie zichzelf hebben voorgesteld. 
2. We hebben het werkwoord être geleerd.
3. We hebben geluisterd naar de gesprekjes tussen Romain en Ousman en tussen Clémence en Aurélie. 
Vandaag gaan we leren zelf een gesprekje te voeren. 

Slide 19 - Slide

Maar eerst: au travail/aan het werk met
Corriger les devoirs (huiswerk nakijken): 
Opdrachten 16 A t/m D op pagina 22
Daarna
Samen:
Oefenen apprendre 6 op pagina 34

Maken opdrachten 17 t/m 22 op pagina 25

Slide 20 - Slide

Pour finir (om af te ronden)
Wat vond je makkelijk? 
Wat vond je moeilijk?
Wat vond je leuk? 

Les devoirs (het huiswerk) pour mercredi le 12 octobre: 
Filmpje inleveren op Google Classroom: 55dley5
Link staat in magister

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Comment .... t'appelles?
A
tu
B
je
C
vous
D
il

Slide 23 - Quiz

Moi? .... m'appelle Ruud.
A
Tu
B
elle
C
vous
D
je

Slide 24 - Quiz

...........êtes à Amsterdam?
A
nous
B
je
C
vous
D
ils

Slide 25 - Quiz

Nous sommes dans la même classe betekent:
A
Wij zijn in dezelfde klas.
B
Zij zijn in dezelfde klas.
C
Jullie zijn in dezelfde klas.
D
Hij is in dezelfde klas.

Slide 26 - Quiz

Hoe heet je?
A
Comment il s'appelle?
B
Comment tu t'appelles?
C
Comment vous vous appelez?
D
Comment je m'appelle?

Slide 27 - Quiz

Waar woon je?
A
Tu es où?
B
C'est ton amie?
C
Tu habites où?
D
C'est mon ami?

Slide 28 - Quiz

C'est mon amie betekent...
A
Dat is mijn vriendin .
B
Dat is mijn vriend.
C
Dat is Amir.
D
Ik ben Amir.

Slide 29 - Quiz

Tot ziens!
A
ooievaar
B
au revoir
C
a revoir
D
oei revoir

Slide 30 - Quiz

Vond je deze les makkelijk?
makkelijk
moeilijk
gaat wel
super makkelijk
heel moeilijk

Slide 31 - Poll

Au travail: conversation
Jullie gaan nu zelf een 'conversation' doen in tweetallen. 
1. Bekijk apprendre 7 op pagina 34 voor de zinnetjes.
2. Maak samen opdracht 23
3. Nu gaan jullie samen in het Frans het gesprek voeren. Je gebruikt de zinnen uit opdracht 23 en apprendre 6. 

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide