Nederlands H4.2 Persoonsvorm

1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is vervoegen van een werkwoord

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Is 'verwijdert' een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Is drinken een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een sterk werkwoord?
A
schilderen
B
roepen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Zwakke werkwoorden
Sterke werkwoorden
Rennen
Ruilen
Schrijven

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

3. Het WWG is:
A
alle werkwoorden uit de zin
B
alle werkwoorden uit de zin behalve de PV

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het wwg ?
Ik wil dat zeker ook eens gaan doen!
A
wil
B
wil gaan
C
gaan doen
D
wil gaan doen

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het wwg?

Jullie weten het wwg te vinden.
A
Jullie
B
weten
C
weten vinden
D
weten te vinden

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

De persoonsvorm is altijd....
A
een persoon
B
een werkwoord

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Levi wil weten of de tosti in de pauze lekker is.

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

A
wil
B
weten
C
tosti
D
de pauze

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Jerzy
wil
pauze.

Slide 22 - Drag question

3 minuten
Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Keano
heeft
een computer
gekocht.

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm?
.
De persoonsvorm
Jaelyn
heeft
haar brood
gesmeerd

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

Klas 1B vindt de persoonsvorm in deze zin.
De persoonsvorm is:
A
klas 1B
B
Vindt
C
Persoonsvorm
D
Deze

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions


Noteer de persoonsvorm.
Gisteren heeft Brandon een vakantie geboekt.

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Wat is het onderwerp?

Farah legt het onderwerp uit.
A
Wissal
B
legt
C
het onderwerp
D
uit

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm in deze zin:

Mitch gaat op zoek naar de persoonsvorm.

A
Ik
B
Persoonsvorm
C
Op zoek
D
Gaat

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm in de zin:
"Jessy weet wat de persoonsvorm is."
A
Jessy
B
weet
C
persoonsvorm
D
Is

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions


Noteer de persoonsvorm.

In een safaripark lopen de dieren vrij rond. 

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

  1. Log in op LessonUp
  2. Voer deze code in:  vjnnb
  3. staat een oefentoets klaar.
  4. Die ga je maken
timer
20:00
Klaar met de oefentoets dan mag je wat voor jezelf doen in stilte

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

timer
6:00

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

timer
8:00

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

timer
10:00

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions