Door de daling van de inflatie daalt ook de verwachte inflatie (naïeve inflatieverwachting).
Bij nieuwe contracten en loononderhandelingen wordt hier rekening mee gehouden. Hierdoor dalen de reële kosten, de winstmarge stijgt weer en de bedrijven zullen weer meer willen aanbieden.
Bij eenzelfde inflatie wordt dus het geaggregeerde aanbod groter. Daardoor verschuiving van GA-lijn1, naar 2.