Verwijswoorden en leesbegrippen voor toets H5

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Wat gaan we doen?

• Zoek de verwijswoorden;
• Benoem de signaalwoorden (reden, voorbeeld, tegenstelling, opsomming, conclusie);
• Ken de leesbegrippen; 

Klas 2Y van Het Hooghuis heeft een toets. Deze was voor de vakantie al opgegeven. Ze hebben daar lang voor kunnen leren.

Voor de jeugd is hier niets te doen. Daardoor gaat het maar wat rondhangen.

Paul ging met 3 onvoldoendes over. Dat had ik nooit verwacht!

Het sollicitatiegesprek ging goed. Daar ben ik erg blij mee!

De coach heeft haar tactiek gewijzigd. Ze heeft het ons zojuist laten weten.

Dat is het buurmeisje van Pim. Ik ken haar nog van vroeger.

"Bovendien" is een signaalwoord voor een.....

"Integendeel" is een signaalwoord voor een......

"Verder" is een signaalwoord voor een.....

"Ter illustratie" is een signaalwoord voor een ......

"Kortom" is een signaalwoord voor een.....

"Echter" is een signaalwoord voor een.....

"Immers" is een signaalwoord voor
een .......

"Namelijk" is een signaalwoord voor een ......

"Tot slot" is een signaalwoord voor
een ......

"Zo" is een signaalwoord voor een......

"Daarom" is een signaalwoord voor een....

Wat bedoelen ze met "hoofdgedachte van een tekst"?

Wat kan er in het slot van een tekst staan?

1. Niet elke tekst heeft een slot
2. De conclusie
3. Het antwoord op de vraag uit de inleiding
4. Een samenvatting van de tekst

Wat is een kernzin?

Wat is het onderwerp van een tekst?

Een nieuwsbericht is .....

1. Activerend
2. Amuserend
3. Informerend
4. Overtuigend

Een songtekst is....

1. Activerend
2. Amuserens
3. Informerend
4. Overtuigend

Een recensie is......

1. Activerend
2. Amuserend
3. Informerend
4. Overtuigend

Het krantje van de Lidl is.....

1. Activerend
2. Amuserend
3. Informerend
4. Overtuigend