Spelling havo 3

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Ik wist eigenlijk niet eens dat opkalefateren een werkwoord was. Wat (betekenen) (tt) het?
A
betekent
B
betekend
C
betekendt

Slide 2 - Quiz

Als je je huis (opkalefateren) (tt) zorg je ervoor dat het er weer helemaal tip-top uitziet.

Slide 3 - Open question

Pfff, wij hebben ons huis allang (opkalefateren).
A
opgekalefatert
B
opgekalefaterdt
C
opgekalefaterd

Slide 4 - Quiz

Bijvoeglijk gebruikte werkwoorden eindigen soms op 'en'. Ook in het enkelvoud.
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quiz

Na al het (verrichten) werk mochten we eindelijk kerstvakantie vieren.

Slide 6 - Open question

De zeer goed (africhten) honden waren de daders zo op het spoot.
A
afgerichten
B
afgerichte
C
afgerichtte
D
afgerichten

Slide 7 - Quiz

Bij MAW heeft juf A. vandaag (vertellen) dat de PvdD pascifistische principes heeft.

Slide 8 - Open question

Je weet niet half hoeveel Justin Bieber in mijn jeugd voor mij (betekenen) heeft.
A
betekend
B
betekent
C
betekendt

Slide 9 - Quiz

Helemaal niks (vermoeden) (vt) de meiden van de voor hen georganiseerde surprise-party.

Slide 10 - Open question

Over twee weken heb ik zoveel computergames (spelen) dat ze m'n (me?) neus uitkomen.
A
gespeeld
B
gespeelt
C
gespeeldt

Slide 11 - Quiz

Einde

Slide 12 - Slide