4.3 Grafieken aflezen

4.3 grafieken aflezen

Ga rustig zitten op je plek.
Doe je telefoon uit en in de telefoontas of in je tas.
Leg je spullen open op tafel en Ipad omgedraaid neer.

16 oktober
1 / 17
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.3 grafieken aflezen

Ga rustig zitten op je plek.
Doe je telefoon uit en in de telefoontas of in je tas.
Leg je spullen open op tafel en Ipad omgedraaid neer.

16 oktober

Slide 1 - Slide

Start               
Terugblik               
Lesdoelen
Uitleg 2.3
Aan de slag 
Afsluiting 
(foto, proefwerk H3)
(4.2 coördinaten)
(spel)

Slide 2 - Slide

4.2 Coördinaten
De plaats van een punt op de kaart of in een assenstelsel geven we aan met twee getallen. Deze getallen heten coördinaten.

Notatie 


De snijpunten van twee roosterlijnen heet een roosterpunt.
Voorbeeld: A(3,1) en B (0,2).



 
Hoofdletter (horizontaal, verticaal)
P (x,y)

Slide 3 - Slide


Noteer de coördinaten
van punt A.

Slide 4 - Open question


Noteer de coördinaten
van punt B.

Slide 5 - Open question


Noteer de coördinaten
van punt C.

Slide 6 - Open question


Noteer de coördinaten
van punt D.

Slide 7 - Open question

Lesdoelen

Dit lesuur leer je de volgende begrippen kennen en leer je hier mee te werken.






verband
grootheden 
eenheid
stijgt
daalt
constant

Slide 8 - Slide

4.3 Grafieken aflezen
Grootheid       
Iets wat je kunt meten.
Een verzamelnaam van een aantal eenheden.



Slide 9 - Slide

4.3 Grafieken aflezen
Grootheid       
Iets wat je kunt meten.
Een verzamelnaam van een aantal eenheden
Voorbeelden: lengte, oppervlakte, inhoud, gewicht, tijd, valuta, snelheid


Slide 10 - Slide

4.3 Grafieken aflezen
Grootheid       
Iets wat je kunt meten.
Een verzamelnaam van een aantal eenheden
Voorbeelden: lengte, oppervlakte, inhoud, gewicht, tijd, valuta, snelheid

Eenheden (maten)
Een woord/letter/symbool dat het getal ervoor of erna een waarde geeft.

 

Slide 11 - Slide

4.3 Grafieken aflezen
Grootheid       
Iets wat je kunt meten.
Een verzamelnaam van een aantal eenheden
Voorbeelden: lengte, oppervlakte, inhoud, gewicht, tijd, valuta, snelheid

Eenheden (maten)
Een woord/letter/symbool dat het getal ervoor of erna een waarde geeft.

Voorbeelden: km, m², l, kg, uren,€, m/s      

Slide 12 - Slide

4.3 Grafieken aflezen
Verband
Een verband betekent dat er een relatie is tussen twee grootheden. 


Slide 13 - Slide

4.3 Grafieken aflezen
Verband
Een verband betekent dat er een relatie is tussen twee grootheden. 

Voorbeeld
Hiernaast is een verband tussen de
tijd in minuten en de inhoud in uren 
weergegeven in een grafiek.

Slide 14 - Slide

Aan de slag

Maak: paragraaf 4.3 (lees zelf de theorie over stijgen, dalen en constant goed door).

Kijk je werk goed na met een andere kleur en verbeter je fouten!






Je gaat rustig aan het werk!
Je mag met muziek en oortjes werken, 
let op dat de muziek niet te hard staat. 
  • Oortjes in? Mond op slot! 
  • Afspeellijst aan, Ipad omgedraaid op tafel!
Heb je een vraag? Lees je aantekeningen door, lees de blauwe vakjes in je boek en/of overleg op fluistertoon vóór je je vinger opsteekt. 


timer
20:00

Slide 15 - Slide

Assenstelsel bingo
  • Teken een assenstelsel (beide assen van 0 t/m 5)
  • Teken tien roosterpunten.
  • Pak een andere kleur en we kunnen beginnen!



Wie kan het eerste vijf roosterpunten wegstrepen?

Slide 16 - Slide

Einde les.
Bedankt voor je aandacht en 
tot de volgende keer!

Slide 17 - Slide