4.3 Grafieken aflezen

4,3 Grafieken aflezen
Ga rustig zitten op je plek.
Pak alleen een gekleurde pen en leg deze op je tafel.

14 oktober
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4,3 Grafieken aflezen
Ga rustig zitten op je plek.
Pak alleen een gekleurde pen en leg deze op je tafel.

14 oktober

Slide 1 - Slide

Programma (blokuur)

  • Start
  • Toets bespreken
  • Oefentoets paragraaf 1 t/m 2
  • Aan de slag 
  • Pauze
  • Aan de slag
  • Afsluiting





Slide 2 - Slide

Instructie proefwerk bespreken
Bespreek in je groepje de opgave die op jullie tafel ligt.
Bekijk welke fouten jullie hebben gemaakt. 
Help elkaar door het juiste antwoord uit te leggen.
Noteer op je stencil voor jezelf je verbeterpunten.

Jullie krijgen ongeveer drie minuten per opgave.
Na drie minuten krijgen jullie een andere opgave, doe hierbij hetzelfde.


timer
3:00

Slide 3 - Slide


Wat is de beste tip die je van iemand hebt gekregen?

Slide 4 - Open question

Vragen over paragraaf 1 en 2?

Slide 5 - Mind map

4.1 Assenstelsel 
Een assenstelsel bestaat uit een verticale as (y-as),een horizontale as (x-as) en de oorsprong.

Slide 6 - Slide

4.2 Coördinaten
De plaats van een punt op de kaart of in een assenstelsel geven we aan met twee getallen. Deze getallen heten coördinaten.

Notatie 


De snijpunten van twee roosterlijnen heet een roosterpunt
Voorbeeld: A(3,1) en B (0,2).



 
Hoofdletter (horizontaal, verticaal)
P (x,y)

Slide 7 - Slide


Noteer de coördinaten
van punt A.

Slide 8 - Open question


Noteer de coördinaten
van punt B.

Slide 9 - Open question


Noteer de coördinaten
van punt C.

Slide 10 - Open question


Noteer de coördinaten
van punt D.

Slide 11 - Open question

Lesdoelen

Dit lesuur leer je de volgende begrippen kennen en leer je hier mee te werken.






verband
grootheden 
eenheid
stijgt
daalt
constant

Slide 12 - Slide

4.3 Grafieken aflezen
Eenheden (maten)
Een woord/letter/symbool dat het getal ervoor of erna een waarde geeft.

Voorbeelden: km, m², l, kg, uren,€, m/s      


Grootheid

Iets wat je kunt meten.
 
Een verzamelnaam van een aantal eenheden.

Voorbeelden: lengte, oppervlakte, inhoud, gewicht, tijd, valuta, snelheid

Slide 13 - Slide

4.3 Grafieken aflezen
Grootheid                                Eenheden (maten)

Slide 14 - Slide

4.3 Grafieken aflezen
Verband
Een verband betekent dat er een relatie is tussen twee grootheden. 


Slide 15 - Slide

4.3 Grafieken aflezen
Verband
Een verband betekent dat er een relatie is tussen twee grootheden. 

Voorbeeld
Hiernaast is een verband tussen de
tijd in minuten en de inhoud in uren 
weergegeven in een grafiek.

Slide 16 - Slide

Aan de slag

Maak en leeer: paragraaf 4.3 


Kijk je werk goed na met een andere kleur en verbeter je fouten!






Je gaat rustig aan het werk!
Je mag met muziek en oortjes werken, 
let op dat de muziek niet te hard staat. 
  • Oortjes in? Mond op slot! 
  • Afspeellijst aan, Ipad omgedraaid op tafel!
Heb je een vraag? Lees je aantekeningen door, lees de blauwe vakjes in je boek en/of overleg op fluistertoon vóór je je vinger opsteekt. 


timer
20:00
(lees zelf de theorie over stijgen, dalen en constant goed door).

Slide 17 - Slide

Assenstelsel bingo
  • Teken een assenstelsel (beide assen van 0 t/m 5)
  • Teken tien roosterpunten.
  • Pak een andere kleur en we kunnen beginnen!



Wie kan het eerste vijf roosterpunten wegstrepen?

Slide 18 - Slide

Einde les.
Bedankt voor je aandacht en 
tot de volgende keer!

Slide 19 - Slide