This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
6.2 Bloedsomloop en het hart
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt in de dubbele bloedsomloop van de mens de kleine en de grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.
Je kunt de delen van een hart en de aansluitende bloedvaten noemen en hun functies.
Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Rechterharthelft = zuurstofarm (blauw)
Linkerharthelft = zuurstofrijk (rood)
Slagaders vervoeren bloed van het hart AF
Aders vervoeren bloed naar het hart TOE
Slide 4 - Slide
Ligging hart: in de borstholte
Functiehart: pomp voor de bloedsomloop
Bouw: het hart bestaat uit twee helften. Elke helft heeft een:
boezem (boven): pompen het bloed naar de kamers
kamer (onder): pompen het bloed naar de organen
Slide 5 - Slide
Het hart is een dubbele pomp !
Kleine bloedsomloop:
RK - longen -LB
opname O2 en afgifte CO2
Grote bloedsomloop:
LK - rest lichaam - RB
afgifte O2 en opname CO2
Slide 6 - Slide
Nr. 1
Bovenste holle ader
- gaat naar-
RB
Nr. 2
RK
- gaat naar-
longslagader
Nr. 3
LK
- gaat naar-
aorta
(grote bloedsomloop)
Nr. 4
longader (longen)
- gaat naar-
LB
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Welke bloedvaten van en naar het hart horen bij de grote bloedsomloop?
A
Aorta
B
Aorta en
bovenste holle ader
C
longaders en longslagaders
D
Aorta, bovenste en onderste holle ader
Slide 9 - Quiz
Hartfalen wordt behandeld met medicijnen. De hoeveelheid medicijnen hangt af van de bloeddruk van de patiënt. Om voortdurend de bloeddruk te meten kan een apparaatje aangebracht worden in het bloedvat dat bloed vanuit het hart naar de longen vervoert. Hoe heet het bloedvat dat bloed vanuit het hart naar de longen vervoert? En behoort dit bloedvat tot de kleine of tot de grote bloedsomloop?
A
Dit bloedvat heet longader en behoort tot de grote bloedsomloop.
B
Dit bloedvat heet longader en behoort tot de kleine bloedsomloop.
C
Dit bloedvat heet longslagader en behoort tot de grote bloedsomloop.
D
Dit bloedvat heet longslagader en behoort tot de kleine bloedsomloop.
Slide 10 - Quiz
Is de aorta een ader of een slagader? Vervoert de aorta zuurstofarm of zuurstofrijk bloed?
A
De aorta is een ader die zuurstofarm bloed vervoert.
B
De aorta is een ader die zuurstofrijk bloed vervoert.
C
De aorta is een slagader die zuurstofarm bloed vervoert.
D
De aorta is een slagader die zuurstofrijk bloed vervoert.
Slide 11 - Quiz
Hiernaast zie je de bloedsomloop van een vis. Heeft een vis ook een dubbele bloedsomloop?
A
Ja, want het bloed gaat naar meerdere organen.
B
Ja, want het bestaat ook uit een boezem en een kamer. Dus twee hartdelen.
C
Nee, want per omloop gaat het bloed maar 1x door het hart.
D
Nee, want een vis heeft geen longen.
Slide 12 - Quiz
Gaat deze grafiek over de grote of over de kleine bloedsomloop?
A
De kleine, want daar wordt O2 opgenomen in het bloed en
neemt het dus toe.
B
De grote, want daar wordt O2 afgestaan aan de weefsels en neemt het dus af.
C
De grote, want daar wordt O2 opgenomen in het bloed en
neemt het dus toe.
D
De kleine, want daar wordt O2 afgestaan aan de weefsels en neemt het dus af.
Slide 13 - Quiz
Huiswerk - nu doen!
Lees 6.2 en
maak opdracht 9 t/m 13
Slide 14 - Slide
Weten jullie het nog? Welke bloedvaten gaan naar het hart TOE en welke gaan van het hart AF?
A
Aders gaan naar het hart TOE en slagaders gaan van het hart AF
B
Slagaders gaan naar het hart TOE en aders gaan van het hart AF
Slide 15 - Quiz
bovenste holle ader
1
onderste holle ader
2
longslagaders
4
aorta
7
rechterboezem
3
linkerkamer
6
longaders
5
Gebruik
afb. 18
pag. 95
Slide 16 - Slide
bovenste holle ader
1
onderste holle ader
2
longslagaders
4
aorta
7
rechterboezem
3
linkerkamer
6
longaders
5
1= bovenste holle ader
2= onderste holle ader
3= rechter boezem
4= longslagader
5= longaders
6= linker kamer
7= aorta
Slide 17 - Slide
Boezems
pompen het bloed naar de kamer
gescheiden door hartkleppen
rechterboezem: ontvangt zuurstofarm bloed uit lichaam via holle aders
linkerboezem: ontvangt zuurstofrijk bloed van de longaders
Slide 18 - Slide
Kamers
pompen het bloed naar de organen
gescheiden door halvemaanvormige kleppen
rechterkamer: pompt zuurstofarm bloed via de longslagader naar de longen.
linkerkamer: pompt zuurstofrijk bloed via de aorta in het lichaam
Slide 19 - Slide
Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader
Slide 20 - Quiz
A
nr. 8 is een hartklep
nr. 7 is een halvemaanvormige klep
B
nr. 12 is een hartklep
nr. 13 is een halvemaanvormige klep
C
nr. 8 en 13 zijn beide hartkleppen
D
nr. 7 en 12 zijn beide halvemaanvormige kleppen
Slide 21 - Quiz
Bloedvaten op het hart
De kransslagader voorziet de hartspier van bloed met O2 en voedingsstoffen
De kransader voert juist CO2 en afvalstoffen van het hart weg.
Slide 22 - Slide
Welke kamer heeft de meest gespierde wand en waarom ?
A
De rechterkamer, want die pompt het bloed naar de longen.
B
De linkerkamer, want die pompt het bloed naar de longen.
C
De rechterkamer, want die pompt het bloed naar het hele lichaam.
D
De linkerkamer, want die pompt het bloed naar het hele lichaam.
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Video
Hartcyclus
1. samentrekken van de boezems
bloed stroomt kamers in
alleen hartkleppen open
2. samentrekken van de kamers
bloed wordt door de slagaders gepompt
alleen halvemaanvormige kleppen open
3. hartpauze
boezems en kamers ontspannen zich
bloed stroomt het hart in
alleen hartkleppen open
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Dankzij halvemaanvormige kleppen, stroomt bloed niet terug in de: