• Als je het belletje hoort, kijk je waar de juf is en ga je daar direct naar toe.
• Je werkt samen met je maatje. Je deelt het bakje.
• Wees voorzichtig met de diertjes, zij hebben ook gevoel.
• Blijf op het kleine plein.
• Ga voorzichtig om met de materialen.
• Als je iets anders doet dan de opdracht ga je gelijk naar binnen.