What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
de futur proche
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
De "futur proche" gebruik je om aan te geven dat je iets nog
gaat
doen:
ik
ga
pizza
eten
wij
gaan
huiswerk
maken
We noemen dit de "toekomende tijd"
Slide 2 - Slide
Je ziet dat we in het Nederlands het werkwoord
gaan
gebruiken in combinatie met een
heel werkwoord (
infinitif)
Het hele werkwoord is datgene wat je gaat doen
Slide 3 - Slide
In het Frans werkt dat op precies dezelfde manier:
je gebruikt het werkwoord
aller
en daarbij ook
een
heel werkwoord.
net zo als in het Nederlands moet je het werkwoord
gaan
vervoegen
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Een ezelsbruggetje:
Paul
eet
een broodje.:
eet
wordt
eten,
voeg het werkwoord
gaan in de juiste vorm
toe
Paul
gaat
een broodje
eten
.
Paul
mange
un sandwich.
mange
wordt
manger,
voeg de
juiste vorm van het werkwoord aller
toe
Paul
va
manger
un sandwich.
Slide 7 - Slide
let op!
bij het werkwoord "aller" gebeurt er iets vreemds
je
vais
au cinéma
vais
wordt
aller
je
vais aller
au cinéma
(ik ga naar de bioscoop gaan)
In het Nederlands klinkt dit heel raar, maar in het Frans is dit heel normaal....
Slide 8 - Slide
Ok!
nu we het werkwoord
aller
kunnen vervoegen, kunnen we de
futur proche
gaan maken
Slide 9 - Slide
weet je nog hoe het werkt?
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Slide
vul zoveel mogelijk (hele) werkwoorden in
Slide 13 - Mind map
Wat ga je vandaag nog allemaal doen?
verzin minstens 3 dingen
zeg het dan in het Frans in de futur proche
Slide 14 - Slide
Hoe vaak komt de "présent" voor?
Hoe vaak komt de "futur proche" voor?
Slide 15 - Slide
Zet in de futur proche:
je regarde une série.
A
je vas regarder une série.
B
je vais regarder une série.
C
je vais regarde une série
D
j'aller regarder une série.
Slide 16 - Quiz
welke zin staat in de futur proche?
A
Monique et Pierre vont à Paris.
B
Monique et Pierre sont allés à Paris.
C
Monique et Pierre vont aller à Paris.
D
Monique et Pierre va aller à Paris.
Slide 17 - Quiz
Welke zin staat niet in de futur proche?
A
Tu as mangé une pizza.
B
Tu vas manger une pizza.
C
Vous allez manger une pizza.
D
Nous allons manger une pizza.
Slide 18 - Quiz
Zeg in het Frans dat je huiswerk gaat maken.
Slide 19 - Open question
Zeg in het Frans, in de futur proche, dat jouw zus naar school gaat.
Slide 20 - Open question
vous avez des questions?
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
More lessons like this
de futur proche
May 2021
- Lesson with
21 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
de futur proche
September 2021
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2
mc1 week 1 p3 Mercredi - online
February 2022
- Lesson with
22 slides
Frans
MBO
Studiejaar 1
de futur proche
July 2021
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
2tvm - de futur proche en savoir
June 2021
- Lesson with
41 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
herh. ww jaar 1
September 2022
- Lesson with
46 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
chap 1 bron G en futur proche
September 2022
- Lesson with
38 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
herh. ww jaar 1
November 2022
- Lesson with
36 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2