Spelling blok2 week4 werkwoorden

Wat zijn werkwoorden?


Werkwoorden zijn dingen die je kunt doen.


1 / 37
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 8

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Wat zijn werkwoorden?


Werkwoorden zijn dingen die je kunt doen.


Slide 1 - Slide

Schrijf de zin op in de voltooide tijd.
Hij faxte het document.

Slide 2 - Open question

Schrijf de zin op in de voltooide tijd.
Zij startte de bijeenkomst.

Slide 3 - Open question

Schrijf de zin op in de voltooide tijd.
Hij geloofde zijn broer niet.

Slide 4 - Open question

Schrijf de zin op in de voltooide tijd.
Hij vergoedde de kosten.

Slide 5 - Open question

Schrijf de zin op in de voltooide tijd.
Hij wachtte lange tijd op zijn geld.

Slide 6 - Open question

Schrijf de zin op in de voltooide tijd.
Zij vreesde voor het ergste.

Slide 7 - Open question

Schrijf de goede vorm van het werkwoord geloven in de zin.
Zij ....... dit verhaal.

Slide 8 - Open question

Schrijf de goede vorm van het werkwoord geloven in de zin.
Ik ....... hem net nog wel

Slide 9 - Open question

Schrijf de goede vorm van het werkwoord geloven in de zin.
Wij ....... hem nooit ........ .

Slide 10 - Open question

Schrijf de goede vorm van het werkwoord geloven in de zin.
Jij ...... elk woord dat hij zegt.

Slide 11 - Open question

Schrijf de goede vorm van het werkwoord geloven in de zin.
......... hij toen alles wat jij gezegd hebt?

Slide 12 - Open question

Schrijf de goede vorm van het werkwoord geloven in de zin.
Ja, hij ........ alles ........ .

Slide 13 - Open question

lusten
tegenwoordige tijd
ik .....

Slide 14 - Open question

lusten
verleden tijd
ik .....

Slide 15 - Open question

lusten
voltooide tijd
ik .....

Slide 16 - Open question

reizen
tegenwoordige tijd
hij .....

Slide 17 - Open question

reizen
verleden tijd
hij .....

Slide 18 - Open question

reizen
voltooide tijd
hij .....

Slide 19 - Open question

bereiden
tegenwoordige tijd
ik .....

Slide 20 - Open question

bereiden
verleden tijd
ik .....

Slide 21 - Open question

bereiden
voltooide tijd
ik .....

Slide 22 - Open question

proeven
tegenwoordige tijd
hij .....

Slide 23 - Open question

proeven
verleden tijd
hij .....

Slide 24 - Open question

proeven
voltooide tijd
hij .....

Slide 25 - Open question

mixen
tegenwoordige tijd
ik .....

Slide 26 - Open question

mixen
verleden tijd
ik .....

Slide 27 - Open question

mixen
voltooide tijd
ik .....

Slide 28 - Open question

glijden
tegenwoordige tijd
jij .....

Slide 29 - Open question

glijden
verleden tijd
jij .....

Slide 30 - Open question

glijden
voltooide tijd
jij .....

Slide 31 - Open question

verzuchten
tegenwoordige tijd
hij .....

Slide 32 - Open question

verzuchten
verleden tijd
hij .....

Slide 33 - Open question

verzuchten
voltooide tijd
hij .....

Slide 34 - Open question

loten
tegenwoordige tijd
ik .....

Slide 35 - Open question

loten
verleden tijd
ik .....

Slide 36 - Open question

loten
voltooide tijd
ik .....

Slide 37 - Open question