1km lezen H2 les 3 + kijken en luisteren h1

Welkom!

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint:

  • leesboek 
  • lesboek
  • schrift opdracht 3 en 4 blz. 15-16
  • pen
timer
2:00
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint:

  • leesboek 
  • lesboek
  • schrift opdracht 3 en 4 blz. 15-16
  • pen
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Lesplanning
  • opening/welkom
  • maken opdracht 4 en 5 blz. 41-43
  • stil lezen
  • nakijken opdracht 4 en 5
  • kijken en luisteren blz. 20-21
  • huiswerk en evaluatie les 

Slide 2 - Slide

Lesdoelen

Ik weet wat een alinea is. 

Ik kan bepalen waar een alinea over gaat. 


Ik kan het onderwerp van een programma of filmpje herkennen.

Slide 3 - Slide

Zelfstandig werken
Maak opdracht 4 en 5 op blz. 41-43
Ga direct aan de slag en blijf aan het werk.

Klaar? Lees je boek. 





























































Ik ga direct aan het werk en  blijf aan
het werk.


Als ik een vraag heb, stel ik
die FLUISTEREND aan mijn
docent
.







timer
1:00

Slide 4 - Slide

Stil lezen
Pak je boek. 
Je blijft stil. 
Ik zie je lezen.
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Nakijken opdracht 4 en 5
Hoe?
  1. Kijk met een andere kleur pen na. 
  2. Zet een krul als je antwoord goed is. 
  3. Is het niet goed? Zet een kruisje en                                          daarachter het juiste antwoord.   

Slide 6 - Slide

Nakijken opdracht 4 blz. 41
  • 1 a waar
  • b waar
  • c waar
  • 2 eigen antwoord
  • 3 alinea 2, 3, 4, 5 en 6
  • 4 A Alkmaarse kaasmarkt
  • 5 alinea 2
  • 6 alinea 5
  • 7 alinea 3
  • 8 B precies om 10.00 uur luidt de bel












Slide 7 - Slide

opdracht 4 blz. 42
  • 8 B precies om 10.00 uur luidt de bel
  • 9 Het onderhandelen over de prijs gebeurt via ‘handjeklap’.
  • 10 Anders vallen de kazen van de berrie.
  • 11 a onderhandelen (al.3) – 4 proberen het met elkaar eens te worden
  • b bevestigt (al. 3) – 3 geeft aan dat het goed is
  • c traditie (al. 5) – 1 een (oude) gewoonte van een groep mensen
  • d int (al. 5) – 2 in ontvangst neemt 





Slide 8 - Slide

nakijken opdracht 4 blz. 42
12 
  • a beul                                 4 neemt de boetes in ontvangst
  • b handelaar                    3 koper of verkoper van kaas
  • c kaasdrager                  1 brengt de kaas naar de vrachtwagen
  • d tasman                         5 weegt de kaas
  • e waagmeester            6 controleert of de kazen juist worden gewogen





















Slide 9 - Slide

Opdracht 5 blz. 43

  • 1 a Tijdens de kaasmarkt in Alkmaar wordt er kaas gekocht en verkocht, maar tijdens het kaasfeest in Gouda wordt er vooral kaas gegeten.
  • b De kaasmarkt in Alkmaar kun je gratis bezoeken, voor het kaasfeest in Gouda moet je een kaartje kopen.
  • c De kaasmarkt in Alkmaar kun je elke vrijdag van april tot september bezoeken, het kaasfeest in Gouda duurt slechts twee dagen.  































Slide 10 - Slide

Opdracht 5 blz. 43
  • 2 drie redenen uit:
1) De kaasmarkt in Alkmaar is internationaal bekend.
2) De kaasmarkt in Alkmaar heeft een langere traditie.
3) De kaasmarkt in Alkmaar kun je gratis bezoeken.
4) De kaasmarkt in Alkmaar heeft geen maximum aantal bezoekers.
 











Slide 11 - Slide

Kijken en luisteren blz. 20

Slide 12 - Slide

Startopdracht blz. 20
  • 1 eigen antwoorden, bijvoorbeeld:
  • a Dit programma gaat over trouwen.
  • b Dit programma gaat over bakken in Nederland.
  • c Dit programma gaat over reizen.
  • 2 eigen antwoord, bijvoorbeeld: Ik zou een programma willen maken over skateboarden.
  • 3 eigen antwoord, bijvoorbeeld: Rond de wereld op een skateboard. 





Slide 13 - Slide

Opdracht 1
  • 1 – verschil niveau Engels van kinderen
  • – Zet je masker af: een spel tegen pesten
  • – Pepijn redt zijn zusje uit drijfzand
  • 2 begin
  • 3 eigen antwoord, bijvoorbeeld: Zet je masker af, omdat ik tegen pesten ben. 




Slide 14 - Slide

Opdracht 2
  • 1 nieuwe vrienden maken
  • 2 Meteen in het begin zie je de titel. De presentator/interviewer vertelt het ook in de inleiding.
  • 3 twee verschillende reacties, bijvoorbeeld:
  • – De jongen met de muts op bankje reageert heel spontaan: ‘Tuurlijk joh, ik wil je vriend zijn.’
  • – Het meisje met de fiets wil eigenlijk doorlopen wanneer hij iets vraagt. Uiteindelijk beantwoord ze zijn vraag toch met: ‘Tuurlijk’.
  • 4 eigen antwoord, bijvoorbeeld: Het laatste meisje, want die zegt eerlijk dat ze het een rare vraag vindt en wil hem een nieuwe kans geven zonder camera erbij. 





Slide 15 - Slide

Opdracht 2
  • 5 Je ziet het ook (hij zit alleen op een bankje).
  • 6 Het meisje is net een maand in Nederland.
  • 7 eigen antwoord, bijvoorbeeld:
  • – Ja, hij sluit de video af met de woorden ‘Ik heb nu mijn nieuwe vrienden.’
  • Of:
  • – Nee, door iemand te vragen of hij of zij vrienden met je wil zijn, maak je geen échte nieuwe vrienden.  





Slide 16 - Slide

Opdracht 3 blz. 21
  • 1 C twee vrienden en hun fietstocht naar Egypte
  • 2 Ze wilden eerst gaan lopen.
  • 3 reden 1: Ze willen aandacht vragen voor mensen met een bipolaire stoornis.
  • reden 2: Ze willen geld inzamelen voor mensen met een bipolaire stoornis.
  • 4 De etappe door de Alpen, de bergen, wordt het zwaarst, want de ene man heeft maar zes (of zeven) versnellingen op zijn fiets. De andere man heeft helemaal geen versnellingen op zijn fiets. 




Slide 17 - Slide

Opdracht 3
5 – de presentator (voice-over) zegt het in het begin. Hij zegt het nog een keer op de ochtend van het vertrek.

– Je ziet twee keer de datums van vorige uitzendingen in beeld.
6 twee voorbeelden uit:
– Je ziet het aan het afscheid (ze zoenen en omhelzen de mensen die thuisblijven)
– Je ziet en hoort (je hoort het schot niet zo duidelijk) een startschot
– Je ziet de vrienden wegfietsen.
7 op de website www.manbijthond.nl 





Slide 18 - Slide

Opdracht 4 blz. 21
  • 1 A het boek Een vriend vermist
  • 2 twee uit:
  • – Hij gebruikt spannende achtergrond geluiden bij het filmpje.
  • – De beelden zijn kort en spannend.
  • – De personen kijken geschrokken of bang.
  • – Er worden spannende teksten gebruikt in het filmpje zoals: ‘U hebt nog een poging’.
  • 3 eigen antwoord, bijvoorbeeld: Over een jongen die spannende dingen meemaakt als zijn vriend vermist raakt.
  • 4 eigen antwoord, bijvoorbeeld: Ik denk dat hij ontvoerd is.
  • 5 eigen antwoord, bijvoorbeeld: Ja, het lijkt mij een spannend avontuur als ik een vriend in nood moet helpen en daar lees ik graag over. Of: – Nee, ik houd niet van spannende boeken.













Slide 19 - Slide

Vragen over de theorie
Een alinea:
  • begint altijd op een nieuwe regel. 
  • Soms: inspringen en / of een regel overslaan. 

Elke alinea gaat over een deel van het onderwerp. 

De belangrijkste informatie staat vaak in de eerste zin van een alinea. 

Slide 20 - Slide

Evaluatie les
  1. Wat heb je deze les geleerd?
  2. Wat ging deze les goed?
  3. Waar gaan we de volgende les met elkaar op letten / voor zorgen?

veilig - vriendelijk - verantwoordelijk - optimaal - ongestoord

Slide 21 - Slide

Huiswerk

Datum:  maandag 20 september 4e lesuur

  • Mee: lesboek, schrift, laptop, leesboek
  • L: theorie blz. 12 en 38 + aant. 
  • We maken deze les een oefentoets.
  • Heb je vragen? Schrijf ze op! 
Datum: dinsdag 21 september
SO Lezen H1 en H2 blz. 12 en 38 + aant.

Slide 22 - Slide

Opruimen en vertrekken
Stop al je spullen in je tas. (Als de docent dit zegt!)
Is je tafel helemaal leeg en schoon?
Is de grond onder en rondom je tafel helemaal opgeruimd?

Wacht tot je docent zegt dat je mag vertrekken. 
Zet je tafel recht en schuif je stoel aan. 
Verlaat rustig het lokaal. 

Slide 23 - Slide

Op deze school...
... gaan we veilig, vriendelijk en verantwoordelijk met elkaar en onze spullen om.  (3xV)

... werken we optimaal en ongestoord. (2xO)





Slide 24 - Slide