Ik woon in een hotel + sketch over het weer (seizoenen)

Nederlands
dinsdag 15 oktober 2024
Groep  6     
 juf Marjolein

Please go to www.lessonup.com
1 / 54
next
Slide 1: Slide
NT2BasisschoolGroep 6

This lesson contains 54 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederlands
dinsdag 15 oktober 2024
Groep  6     
 juf Marjolein

Please go to www.lessonup.com

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vragen waar iemand goed in is

Waar ben je goed in?
Wat kan je goed? 



Zeggen waar je goed in bent

Ik ben goed in......
Ik kan goed............





Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Vragencarrousel

Wat is je lievelings.........?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hotel Hallo

Werkboek


Bladzijde 16, 17, 18
oefening 21 tot en met 27


Ben je klaar?
Lukt het niet?

Ga verder met de Wordwall

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wordwall

Les 1, 2 en 3 hotel hallo

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Maze chase
zonder woorden

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Link

This item has no instructions

Maze Chase
met woorden

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Link

This item has no instructions

airplane

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Link

This item has no instructions

airplane 
met woorden

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Link

This item has no instructions

balloon pop
zonder woorden

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Link

This item has no instructions

Balloon pop
met woorden

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Link

This item has no instructions

Kies zelf een spel

zonder woorden

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Link

This item has no instructions

Wordwall
 
les 1, 2 en 3

met woorden

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Link

This item has no instructions

Seizoenen

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Hoor het woord.
Luister naar het liedje. Doe iets als je het woord ik hoort (ga staan, klap in je handen)

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Nieuwe woorden

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

het lied
het liedje

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Nieuwe woorden

Kleding

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

De muts

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

De handschoen

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

De sjaal

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

De bikini

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Het badpak

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

De zwembroek

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

De schoenen

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

De slippers

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

De sandalen

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

De laarzen

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

De veter

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

De panty

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

De das

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Wordwall
 
LOWAN Kleding Dag 2

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Link

This item has no instructions

Slide 45 - Link

This item has no instructions

Heten

ik heet
jij heet
hij/zij heet
wij heten
jullie  heten
zij heten

Slide 46 - Slide

Uitleggen hoe je werkwoorden vervoegt.
Leerlingen schrijven de antwoorden op hun wisbordje.

Werkwoorden:
Rennen, Springen, Zingen en Heten.
Ik........... (heten)

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Hij/zij................... (heten)

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Jij...................... (heten)

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Wij ....................... (heten)

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Jullie ....................... (heten)

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Zij ........................... (heten)

Slide 52 - Slide

This item has no instructions

Herhalen


A: "Hoe gaat het met je?"
B: antwoordt met het woord op het rad, bijvoorbeeld: "met mij gaat het heel goed, dank je"
"Hoe gaat het met jou?"
A: antwoordt met het woord op het rad, bijvoorbeeld: "met mij gaat het

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

Hotel Hallo

Werkboek


Bladzijde 19 en 20



Ben je klaar?
Lukt het niet?

Ga verder met de Wordwall

Slide 54 - Slide

This item has no instructions