What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Werkwoorden Lowan Familie en Vrienden
Werkwoorden
Lowan Familie en Vrienden
1 / 35
next
Slide 1:
Slide
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
This lesson contains
35 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Werkwoorden
Lowan Familie en Vrienden
Slide 1 - Slide
hebben
Ik
heb
de tas.
zijn
ik
ben
op school
Wij
zijn
op school.
Slide 2 - Slide
hebben
ik
heb
jij
heb
t
hij
heeft
zij
heeft
wij
hebben
jullie
zij
zijn
ik
ben
jij
bent
hij
is
zij
is
wij
zijn
jullie
zijn
zij
zijn
Slide 3 - Slide
heten
tellen
Slide 4 - Slide
heten
= de naam
ik
heet
mevrouw de Jong.
jij
heet
hij
heet
zij
heet
wij
heten
jullie
heten
zij
heten
tellen
1,2,3,4,5,
ik
jij telt
hij
zij telt
wij
jullie tellen
zij tellen
Slide 5 - Slide
wij lopen in het bos
wij gaan naar de supermarkt
Slide 6 - Slide
lopen
ik
loop
jij
loopt
hij
loopt
zij
loopt
wi
j lopen
jullie
lopen
zij
lopen
gaan
ik
ga
jij
gaa
t
hij
gaat
zij
gaat
wij
gaan
jullie
gaan
zij
gaan
Slide 7 - Slide
luisteren
maken
Slide 8 - Slide
luisteren
ik luister
jij luistert
hij ?
zij ?
wij ?
jullie luisteren
zij ?
maken
ik maak
jij maakt
hij ?
zij ?
wij maken
jullie ?
zij maken
Slide 9 - Slide
boekje pagina 9
opdracht 12
klaar ?
Slide 10 - Slide
Kies de goede woorden.
Sleep ze naar het goede vak.
Slide 11 - Slide
ik
hij
tel
heb
telt
heeft
Slide 12 - Drag question
wij
hij
gaan
heten
heet
gaat
Slide 13 - Drag question
ik
jij
maakt
luistert
maak
luister
Slide 14 - Drag question
jij
jullie
zijn
lopen
bent
loopt
Slide 15 - Drag question
ik
hij/zij
ben
knip
knipt
zeg
heeft
Slide 16 - Drag question
ik
hij
jij
ben
knip
knipt
zeg
heeft
bent
heet
Slide 17 - Drag question
Kies A of B!
Slide 18 - Slide
ik
A
heb
B
heeft
Slide 19 - Quiz
ik
A
luistert
B
luister
Slide 20 - Quiz
ik
A
maken
B
maak
Slide 21 - Quiz
ik
A
ben
B
zijn
Slide 22 - Quiz
jij
A
telt
B
tel
Slide 23 - Quiz
jij
A
zijn
B
bent
Slide 24 - Quiz
jij
A
maakt
B
maak
Slide 25 - Quiz
pagina 17 opdr 10
wij
jullie
zij
werkwoorden
lopen
zeggen
luisteren
hebben
knippen
zijn
Slide 26 - Slide
= 1 iemand of iets
ik
jij je
hij zij
het
= MEER
wij = meervoud
zij/ jullie aanwijzend = meervoud
Slide 27 - Slide
zeggen
ik
zeg
jij
zegt
hij zij
zegt
wij
zeggen
ik
zeg
wat je huiswerk is.
Slide 28 - Slide
knippen
ik
knip
jij
knipt
hij zij
knipt
wij
knippen
ik
knip
met de schaar
Slide 29 - Slide
wij
A
zijn
B
is
Slide 30 - Quiz
wij
A
heeft
B
hebben
Slide 31 - Quiz
jullie
A
gaat
B
gaan
Slide 32 - Quiz
jullie
A
lopen
B
loop
Slide 33 - Quiz
Opdracht bij de spinner:
Noem de juiste vorm van het werkwoord!
Docent noemt:
ik of jij, hij, zij, wij, jullie, zij.
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
More lessons like this
Werkwoorden Lowan Familie en Vrienden
June 2024
- Lesson with
38 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Werkwoorden Lowan Familie en Vrienden
February 2023
- Lesson with
40 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Werkwoorden Lowan Familie en Vrienden
March 2023
- Lesson with
38 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Werkwoorden Lowan Familie en Vrienden JFR
October 2023
- Lesson with
41 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Werkwoorden Lowan Familie en Vrienden JFR
12 days ago
- Lesson with
41 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Spelling T2L5: Ik, jij of wij
February 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Werkwoorden tegenwoordige tijd
January 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7
Thema 3 werkwoorden
December 2022
- Lesson with
38 slides