What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Quiz alle doelgroepen Ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Pedagogisch werk
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Ontwikkelingspsychologie
Slide 1 - Slide
QUIZ TIME
Slide 2 - Slide
Wat is er WAAR over de ontwikkeling van de motoriek?
A
De grove motoriek ontwikkelt zich eerder dan de fijne motoriek
B
De fijne motoriek ontwikkelt zich eerder dan de grove motoriek
C
Alle kinderen ontwikkelen zich op het gebied van motoriek even snel
D
Grove motoriek gaat om bewegingen van de handen en vingers
Slide 3 - Quiz
Wat is grove motoriek?
A
tekenen
B
schrijven
C
rennen
D
knippen
Slide 4 - Quiz
Welke factor kan een ontwikkeling bepalen?
A
Eenmalig een lolly aan een kind geven
B
Tijdens je zwangerschap avondje op harde muziek dansen
C
regelmatig agressie tijdens de opvoeding
D
A,B en C
Slide 5 - Quiz
Als je denkt aan het antwoord va je vorige vraag, om welke factor van de ontwikkeling gaat het?
A
Ontwikkelingsfactor
B
interne factor
C
externe factor
D
zelfbepaling factor
Slide 6 - Quiz
Een ontwikkelingsachterstand.....
A
Heb je voor de rest van je leven
B
Groei je vanzelf overheen
C
Is met ondersteuning in te halen
Slide 7 - Quiz
Wat hoort niet bij empathisch vermogen?
A
Inleven in anderen
B
begrijpen hoe een ander zich voelt
C
bewust zijn van eigen gedrag
D
elkaar met rust laten
Slide 8 - Quiz
Wat is GEEN voorwaarde voor veilige hechting?
A
Beperkt aantal opvoeders
B
Sprake van responsief gedrag
C
Voorspelbaar reageren
D
Borstvoeding geven
Slide 9 - Quiz
Prenataal (voor de geboorte) zijn er meerdere woorden om de ongeboren mens te benoemen. Wat is de juiste volgorde?
A
Embryo – baby – foetus
B
Embryo – foetus – baby
C
Foetus – embryo – baby
D
Baby – embryo – foetus
Slide 10 - Quiz
De meeste miskramen zijn de oorzaak van …
A
Medicijngebruik
B
Roken
C
Gebruik van drugs of alcohol
D
Een aanlegstoornis
Slide 11 - Quiz
Wat is wel een kenmerk van de doelgroep baby?
A
Zindelijk worden
B
Brabbelen en éénwoordzinnen
C
Klimmen
D
Logisch nadenken
Slide 12 - Quiz
Wat is NIET WAAR over reflexen bij de baby?
A
De zuigreflex helpt de baby om voldoende voeding binnen te krijgen.
B
De loopreflex gaat pas weg als de baby zelf bewust leert lopen.
C
De grijpreflex helpt de baby dingen vast te pakken.
D
De mororeflex helpt de baby om niet te vallen.
Slide 13 - Quiz
Baby's maken eerst nog geen bewuste gerichte bewegingen maar handelen vanuit reflex (bijv. grijpreflex en zuigreflex)
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
De peuterfase kenmerkt zich door:
A
Koppigheid en ik-besef
B
Lengtegroei
C
De ontwikkeling van de fijne motoriek
D
Samen delen en spelen
Slide 15 - Quiz
Een peuter kan zich al goed in een ander verplaatsen, een peuter heeft empathie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Een peuter is meestal al helemaal zindelijk
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
In de kleutertijd ontwikkelen kinderen hun handvoorkeur
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Hoe komt het dat kleuters soms jokken?
A
Ze zijn heel stout
B
Ze hebben een grote fantasie
C
Ze kunnen nog niet zo goed praten
D
Ze willen niet gestraft worden
Slide 19 - Quiz
Kleuters sluiten hun eerste vriendschappen, ontwikkelen zelfbeeld en een innerlijk geweten
A
Alleen vriendschappen
B
Alleen zelfbeeld en innerlijk geweten
C
Ontwikkelen alle drie
D
Alleen het innerlijk geweten
Slide 20 - Quiz
Schoolkinderen van 6 -12 kunnen de realiteit van fantasie goed onderscheiden.
A
Klopt!
B
Klopt niet!
Slide 21 - Quiz
Voeding heeft niet alleen invloed op het lichaam maar ook op de cognitieve ontwikkeling van kinderen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
Een puber (12-18) richt zich meer op leeftijdsgenoten waardoor groepsdruk een grote rol gaat spelen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quiz
Hoe komt het dat pubers soms gevaarlijke/grens overschrijdende dingen doen
A
Redeneren nog vanuit zichzelf
B
Kunnen risico lastig inschatten
C
Groepsdruk
D
Zowel A, B als C
Slide 24 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een ontwikkelingstaak in de adolescentie?
A
leren lezen
B
verplaatsen in de ander
C
zelfredzaamheid
D
minder afhankelijk worden van ouders
Slide 25 - Quiz
Ouderen nieuwe inzichten moeilijker eigen doordat?
A
Het geheugen niet meewerkt .
B
Ze niet meer willen leren.
C
Ze niet meer kunnen leren.
D
Afleren van oude gewoonten is lastig.
Slide 26 - Quiz
Voor het oudere schoolkind is de ... belangrijk (sociale ontwikkeling)
A
Peergroup
B
Eigen kennissenkring
C
Ouders
D
Bekende beroemde personen
Slide 27 - Quiz
More lessons like this
Quiz alle doelgroepen Ontwikkelingspsychologie
March 2022
- Lesson with
23 slides
Pedagogisch werk
MBO
Studiejaar 1
Quiz alle doelgroepen Ontwikkelingspsychologie
July 2022
- Lesson with
32 slides
Pedagogisch werk
MBO
Studiejaar 1
Quiz alle doelgroepen Ontwikkelingspsychologie
22 days ago
- Lesson with
16 slides
Pedagogisch werk
MBO
Studiejaar 1
Quiz alle doelgroepen Ontwikkelingspsychologie
September 2024
- Lesson with
33 slides
Pedagogisch werk
MBO
Studiejaar 1
Quiz alle doelgroepen Ontwikkelingspsychologie
June 2024
- Lesson with
33 slides
Pedagogisch werk
MBO
Studiejaar 1
Quiz alle doelgroepen Ontwikkelingspsychologie
March 2021
- Lesson with
24 slides
Pedagogisch werk
MBO
Studiejaar 1
Afsluiting Kindlijn
July 2022
- Lesson with
28 slides
Pedagogisch werk
MBO
Studiejaar 1
Quiz ontwikkelingspsychologie
March 2024
- Lesson with
32 slides
Pedagogisch werk
MBO
Studiejaar 1,4