Les 3 - Capitulo 1 Brugklas

1 / 25
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Hoy es viernes, 18 de octubre

Slide 3 - Slide

Las reglas:
Respect:
Als iemand praat is de rest stil
Ik steek me vinger op als ik iets wil zeggen
We maken elkaar niet belachelijk
We komen onze afspraken na (HW, geen mobiel, etc.)

Slide 4 - Slide

Los deberes: Pak je Plenda
L: Oefentoets:
  • Alle woordjes van je werkboek blz. 27 
  • Gram: TB blz. 13- bron D en blz. 16- bron J
  • Fraces clave: TB blz. 13- bron E en blz. 16- bron K
  • De getallen: TB blz. 15- bron H


Slide 5 - Slide

Oefentoets capítulo 1
Frases clave:
Je kunt vragen hoe iemand heet, waar iemand woont en hoe oud iemand is: Tekstboek blz. 13, bron E
Je kunt zeggen hoe je heet, waar je woont en hoe oud je bent: Tekstboek blz. 16, bron K


Vocabulario: Werkboek blz. 27


Gramática:
Het bepaald en onbepaald lidwoord Tekstboek blz. 13, bron D
Meervoud van zelfstandige naamwoorden Tekstboek blz. 13, bron D
De persoonlijke voornaamwoorden Tekstboek blz. 6, bron J
Vervoeging SER (zijn) Tekstboek blz. 6, bron J



Slide 6 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?

  • Deberes: bron C en mannelijke en vrouwelijke woorden
  • Het werkwoord SER
  • Een lees-/ luister fragment
  • Zinnetjes van fraces clave

Slide 7 - Slide

¿Cuáles son las metas de hoy?

  • Ik weet welke woorden zijn mannelijk en welke zijn vrouwelijk
  • Ik weet de persoonlijke voornaamwoorden in het Spaans
  • Ik weet hoe ik zeg wie ik ben in het Spaans
  • Ik begrijp een luister/ leestekst
  • Ik heb een gesprek in het Spaans gevoerd

Slide 8 - Slide

De lidwoorden in het Spaans
Welke lidwoorden kennen wij in het Spaans?

Slide 9 - Slide

Kies het juiste lidwoord voor:
profesora
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 10 - Quiz

Kies het juiste lidwoord voor:
arboles
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 11 - Quiz

Kies het juiste lidwoord voor:
televisiones
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 12 - Quiz

Kies het juiste lidwoord voor:
amigas
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 13 - Quiz

Kies het juiste lidwoord voor:
ciudad
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 14 - Quiz

Vrouwelijke en mannelijke woorden
Mannelijke: EL / LOS
-o
-medeklinkers
_______________________________________________________________________________
Vrouwelijke: LA / LAS
-a
-dad
-sión

Slide 15 - Slide

Wat zijn persoonlijke vnw?
.

Slide 16 - Slide

¿Qué vamos a hacer?
Wat? Libro de texto: Bron C op blz. 12 lezen
Libro de ejercicio: vragen van bron C beantwoorden op blz. 12, opdr. 6
Hoe? in duo's
Hulp: Steek je vinger op als je een vraag hebt
Tijd: 10 minutos
Uitkomst: Ik heb mijn leesvaardigheid geoefend
Klaar? Maak je puzzle af, opdr. 7


Slide 17 - Slide

Yo soy Mariana

Slide 18 - Slide

 Werkwoord ser - zijn
ik ben 
(yo) soy
jij bent
(tú) eres
hij / zij / u is
(él/ella/usted) es
wij zijn
(nosotros) somos
jullie zijn
(vosotros) sois
zij / u mv zijn
(ellas/ellas/ustedes) son

Slide 19 - Slide

SER
1. Yo __________________ profesora.
2. Nosotros _______________ amigos.
3. Ella _______________ bailarina.
4. Tú _______________ Diego.
5. Vosotros _______________ primos.
6. Usted _______________ doctor.
7. Ellos _______________ estudiantes.

Slide 20 - Slide

Korte pauze
SER
yo                        1. Yo (ser) ________ holandés.
tú                        2. Tú (ser) ________ doctor.
él                         3. Diego (ser) ______ explorador.
ella                      4. Dora (ser)______ exploradora.
usted                  5. Mi abuelo (ser) _______ español.
nosotros             6. Marcos y yo (ser) _______ familia.
vosotros              7. Luisa y tú (ser) ________ primos.
ellos                     8. Diego y Dora (ser) ________ amigos
ellas                     9. Luisa y Dora (ser) _______ mujeres.

Slide 21 - Slide

¿Qué vamos a hacer?
Wat? Lde pág. 22, ej. 24 y 25
Hoe? individueel in stilte
Hulp: Ldt pág. 16, fuente J
Tijd: 8 minutos
Uitkomst: Ik weet hoe ik de lidwoorden en het werkwoord SER in het Spaans moet gebruiken
Klaar? Lde pág. 23, ej. 26


timer
8:00

Slide 22 - Slide

¿Qué vamos a hacer?
Wat? Libro de ejercicio: Blz. 16 opdr. 14
Hoe? Klassikaal
Hulp: Ldt blz. 14, bron F
Tijd: 8 minutos
Uitkomst: Ik weet begrijp een luister/ leestekst in het Spaans
Klaar? Libro de ejercicio: Blz. 17 opdr. 15



Slide 23 - Slide

Gesprekjes voeren:
TB blz. 13, bron E
TB blz. 16, bron K


timer
8:00

Slide 24 - Slide

¿Cuáles son las metas de hoy?

  • Ik weet welke woorden zijn mannelijk en welke zijn vrouwelijk
  • Ik weet de persoonlijke voornaamwoorden in het Spaans
  • Ik weet hoe ik zeg wie ik ben in het Spaans
  • Ik begrijp een luister/ leestekst
  • Ik heb een gesprek in het Spaans gevoerd

Slide 25 - Slide