What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
VWO 3 Chapitre _Woorden Bron AB + het persoonlijk vnw. als lvw. + phrases-clés C
Vertaal het woord tussen (), zet het altijd in de goede vorm: Louise prend le train (alleen) pour la première fois.
1 / 44
next
Slide 1:
Open question
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
44 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Vertaal het woord tussen (), zet het altijd in de goede vorm: Louise prend le train (alleen) pour la première fois.
Slide 1 - Open question
Vertaal het woord tussen haakjes:
Le trein part (over twee minuten).
Slide 2 - Open question
Vertaal het woord tussen ():
Si vous voulez plus de (inlichtingen), allez au guichet.
Slide 3 - Open question
Vertaal het woord tussen ():
Le prochain trein part de (het spoor) 5.
Slide 4 - Open question
Vertaal het woord tussen ():
Malheureusement il y a un changement des (dienstregeling).
Slide 5 - Open question
Vertaal het woord tussen ():
La (volgende) fois, je vais en trein à Paris!
Slide 6 - Open question
Vertaal het woord tussen ():
Pour aller à Paris il ne faut pas (overstappen) de trein.
Slide 7 - Open question
Vertaal het woord tussen (), zet het in de goede vorm:
J'ai (missen) le trein d'une minute!
Slide 8 - Open question
Vertaal het woord tussen ():
Allez, (schiet op) le trein va partir sans nous!
Slide 9 - Open question
Vertaal het woord tussen ():
Pour aller en vacances on prend (de auto).
Slide 10 - Open question
Vertaal het woord tussen (), zet het in de goede vorm: Pour aller en vacances on (vermijden) le tourisme de masse.
Slide 11 - Open question
Vertaal het woord tussen ():
Je déteste prendre (het vliegtuid), je suis toujours malade.
Slide 12 - Open question
Vertaal het woord tussen (), zet het in de goede vorm: À la maison nous séparons nos (afval)
Slide 13 - Open question
Vertaal het woord tussen (), zet het in de goede vorm: Tous les matins nous (te voet gaan) à l'école.
Slide 14 - Open question
Vertaal het woord tussen ():
Il n'y a pas de supermarché dans (de omgeving).
Slide 15 - Open question
Vertaal het woord tussen (), zet het in de goede vorm: Dans l'hôtel il y a plusieurs (verblijven) possibles.
Slide 16 - Open question
Vertaal het woord tussen ():
Prendre l'avion était une belle (ervaring).
Slide 17 - Open question
Vertaal het woord in NL:
appris
Slide 18 - Open question
Vertaal het woord in NL:
on ira
Slide 19 - Open question
Vertaal het woord in NL:
à part cela
Slide 20 - Open question
Vervang het lijdend voorwerp, schrijf de zin opnieuw op:
Je mange des chips.
Slide 21 - Open question
Vervang het lijdend voorwerp, schrijf de zin opnieuw op:
Sophie va préparer les repas.
Slide 22 - Open question
Vervang het lijdend voorwerp, schrijf de zin opnieuw op:
J'ai vu la touriste.
Slide 23 - Open question
Vervang het lijdend voorwerp, schrijf de zin opnieuw op:
Vous organisez le voyage?
Slide 24 - Open question
Vervang het lijdend voorwerp, schrijf de zin opnieuw op:
Vous organisez le voyage?
Slide 25 - Open question
Vervang het lijdend voorwerp, schrijf de zin opnieuw op:
Tu vas passer tes vacances en France?
Slide 26 - Open question
Vervang het lijdend voorwerp, schrijf de zin opnieuw op:
J'utilise un stylo.
Slide 27 - Open question
Vervoeg het onregelmatige werkwoord in de PRÉSENT, schrijf alleen het werkwoord op:
nous (aller)
Slide 28 - Open question
Vervoeg het onregelmatige werkwoord in de PRÉSENT, schrijf alleen het werkwoord op:
tu (faire)
Slide 29 - Open question
Vervoeg het onregelmatige werkwoord in de PRÉSENT, schrijf alleen het werkwoord op:
ils (vouloir)
Slide 30 - Open question
Vervoeg het onregelmatige werkwoord in de PRÉSENT, schrijf alleen het werkwoord op:
je (pouvoir)
Slide 31 - Open question
Vervoeg het onregelmatige werkwoord in de PRÉSENT, schrijf alleen het werkwoord op:
vous (être)
Slide 32 - Open question
Vervoeg het onregelmatige werkwoord in de
PASSÉ COMPOSÉ, schrijf alleen het werkwoord op:
vous (être)
Slide 33 - Open question
Vervoeg het onregelmatige werkwoord in de
PASSÉ COMPOSÉ, schrijf alleen het werkwoord op:
tu (avoir)
Slide 34 - Open question
Vervoeg het onregelmatige werkwoord in de
PASSÉ COMPOSÉ, schrijf alleen het werkwoord op:
nous (aller)
Slide 35 - Open question
Vervoeg het onregelmatige werkwoord in de
PASSÉ COMPOSÉ, schrijf alleen het werkwoord op:
on (faire)
Slide 36 - Open question
Vervoeg het onregelmatige werkwoord in de
PASSÉ COMPOSÉ, schrijf alleen het werkwoord op:
je/j' (vouloir)
Slide 37 - Open question
Vervoeg het onregelmatige werkwoord in de
PASSÉ COMPOSÉ, schrijf alleen het werkwoord op:
Les parents (pouvoir)
Slide 38 - Open question
Vervoeg het onregelmatige werkwoord in de
IMPARFAIT, schrijf alleen het werkwoord op:
je/j'(être)
Slide 39 - Open question
Vervoeg het onregelmatige werkwoord in de
IMPARFAIT, schrijf alleen het werkwoord op:
nous (avoir)
Slide 40 - Open question
Vervoeg het onregelmatige werkwoord in de
IMPARFAIT, schrijf alleen het werkwoord op:
tu (aller)
Slide 41 - Open question
Vervoeg het onregelmatige werkwoord in de
IMPARFAIT, schrijf alleen het werkwoord op:
Le prof (faire)
Slide 42 - Open question
Vervoeg het onregelmatige werkwoord in de
IMPARFAIT, schrijf alleen het werkwoord op:
vous (vouloir)
Slide 43 - Open question
Vervoeg het onregelmatige werkwoord in de
IMPARFAIT, schrijf alleen het werkwoord op:
Les enfants (pouvoir)
Slide 44 - Open question
More lessons like this
23.2 - futur proche - futur simple - conditionnel - toetsweek 2
September 2024
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
De imparfait
December 2020
- Lesson with
10 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
De imparfait
January 2021
- Lesson with
10 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Verbes avoir, aller, devoir
February 2023
- Lesson with
45 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
3h2 Frans 11/1 zke - conditionnel
January 2021
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les verbes irréguliers
September 2024
- Lesson with
34 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
4A werkwoorden en tijden (korte versie)
4 days ago
- Lesson with
29 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
4A werkwoorden en tijden (korte versie)
September 2023
- Lesson with
29 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4