H2 - Cours 35 | Au marché + Aanwijz.vnw

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

On commence dans.....

Aan het einde van deze les .....

• ... kan ik zeggen: deze eieren, die kaas, dat vlees en die baguettes.
• ...heb ik zin 1 t/m 5 van Au marché correct in mijn online schrift staan.

1. Livres, cahier + taaldorp sur la table

2. Ouvre Lessonup.app 

Le programme

• Corrigez: exercice 18, aanwijz.vnw [5 min]
• Corrigez: Au marché, zin 1-5 [10 min]
• Traduis: Au marché 6-11 [10 min]
  
• Quizlet: Au marché [5min]

Les devoirs - het huiswerk

• Taaldorp - Au marché - Vocabulaire: 110-156
• Taaldorp - Au marché - Zin6-11 (JIJ)

Aanwijzend voornaamwoord + vocabulaire

Ces oeufs

Ces baguettes

Ce fromage

cette viande

Corrigez 

• Exercice 18, p.48 - aanwijzend voornaamwoord
• Au marché, p.16 - zin 1-5 Klant

3. Bien, alors une livre de granns et je vous mets un kilo de reinettes; elles sont très sucrées.
> Je bevestigt en zegt dat je ook wat groente wilt.

4. Alors, des légumes. Qu'est-ce que je vous sers?
> Je vraagt om 3 preien en enkele wortels. je wilt ook 2 kilo aardappels.

5. Et avec ça?
> Zeg dat je nog kaas wilt hebben en vraag welke kaas typisch is voor deze streek.

Aanwijzend vnw, p.95

Het aanwijzend voornaamwoord past zich aan, aan het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. 

Traduis "Au marché"

Au marché (6-11, JIJ), p.16-17 = Les devoirs!

> Gebruik hulpzinnen p.2

> Gebruik vocabulaire p.18+19

> Let op delend lidwoord!

Quizlet Live!

Ga naar www.quizlet.live

of naar de Quizlet App

"Au marché"

Check: Objectifs d'apprentissage

Aan het einde van deze les .....

... kan ik zeggen: deze eieren, die kaas, dat vlees en die baguettes.

...heb ik zin 1 t/m 5 van Au marché correct in mijn online schrift staan.

Les devoirs

Taaldorp - Au marché - Vocabulaire: 110-156
Traduis : Taaldorp - Au marché - Hele gesprekje

Verbuga.eu

• Oefen de werkwoorden via: www.verbuga.eu
  
• Tijden: présent & passé composé
  
• Onregelmatige: avoir, être, faire aller
• Regelmatige: dépenser, payer, gagner,
  acheter
• > Bevestig

Sortir de la salle de classe

Verlaten klaslokaal:

• Laptop dicht
• Spullen in de tas
• Papiertjes etc opruimen (ook grond)  & in prullenbak/papierbak
• Tafel recht 
• Stoel aanschuiven
• Blijven zitten tot de bel gaat