TL4: Boekendiscussie - stellingen maken

Boekendiscussie TL4

Stellingen maken

Hoe pak je dat aan?
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Boekendiscussie TL4

Stellingen maken

Hoe pak je dat aan?

Slide 1 - Slide

Doelen:
- ik kan de ontwikkeling van hoofdpersonen beschrijven
         
- ik kan uitleggen wat ik van de stijl van de schrijver vind, ik kan iets vertellen over het perspectief, handeling, ruimte, tijd van het boek.  
   
- ik kan uitleggen waarom ik een verhaal wel/niet leuk vind.

Slide 2 - Slide

Wat we gaan doen?
- wanneer heb je een goede stelling?
- voorbeelden;
- zelf stellingen bedenken.

Eindproduct:
- elk groepje heeft een aantal stellingen bij de gelezen boeken;
- in overleg heb je goede stellingen gekozen, die voldoet aan de eisen.

Slide 3 - Slide

Hoe ziet, volgens jullie, een goede stelling eruit?

Slide 4 - Mind map

Eisen voor een goede stelling:
- relevant (het gaat over het boek)
- interessant (boeiend voor het publiek)
- controversieel (zowel voor als tegen)
- literatuur (je noemt in je stelling literatuurbegrippen)

Slide 5 - Slide

Begrippen uit de literatuur

Slide 6 - Slide

Literatuurbegrippen:
- personages
- perspectief
- thema
- tijd
- ruimte
- opbouw
- stijl

Slide 7 - Slide

Kort overzicht literatuur
Bekijk het korte overzicht van de literatuurbegrippen voor meer informatie over de begrippen en wat je ermee kunt doen.

(te vinden in Itslearning bij onderwerp "discussie 3 boeken")

Slide 8 - Slide

Hoe pak je dat aan?
Stappenplan

Slide 9 - Slide

Stappenplan
Stap 1: kies met wie je gaat samenwerken (groepjes van 3)
Stap 2: kies welke boeken jullie gaan lezen en geef de titels door in It’s learning bij het vak Nederlands
Stap 3: boeken uit? Bekijk de lessonup met de theorie.
Stap 4: Kies een aantal literaire begrippen uit

Slide 10 - Slide

Stappenplan
Stap 5: Bepaal welke begrippen je per boek gaat behandelen
Stap 6: Formuleer per begrip een vraag of stelling waarover je kunt discussiëren. Denk erom dat je stelling/vraag zo geformuleerd is dat je het ermee eens of oneens kan zijn.
Stap 7: Bepaal wie de voorzitter van de discussie gaat zijn

Slide 11 - Slide

Voorbeelden
met begrippen "personages" en "titel"

Slide 12 - Slide

Het personage *...* heeft in het boek een grote ontwikkeling doorgemaakt

Slide 13 - Slide

Een betere titel voor het boek is *...* 

Slide 14 - Slide

De voorbeelden:
- je kunt het eens/oneens zijn
- je kunt argumenten (= uitleg met onderbouwing) geven
- je kunt aan de hand van die uitleg inhoudelijke bewijzen dat je het boek gelezen hebt
- je kunt als klasgenoot met een aanvullende stelling komen

Slide 15 - Slide

Tips

Slide 16 - Slide

Tip 1:
Ga dieper op de stof in. Vertel niet een samenvatting van je boek!

Slide 17 - Slide

Tip 2:
Vind je het lastig om een goede stelling/vraag bij je boek te bedenken? Je mag ook meerdere kortere stellingen/vragen bedenken. Dat maakt het iets makkelijker. Denk er wel om dat jullie moeten bewijzen dat je het boek gelezen hebt en iets met de begrippen kunt!

Slide 18 - Slide

Tip 3
- positief geformuleerd (geen 'niet', 'nooit', 'niemand' etc.);

- een goede stelling bevat geen argumenten;

Slide 19 - Slide

Tip 4:
Maak van elk boek (al tijdens het lezen?) een mindmap met informatie. Zo kom je op ideeën voor een stelling, maar zie je ook sneller verbanden.

Leuke bijkomstigheid: je hebt ook mooie samenvattingen van je boeken

Slide 20 - Slide

Wat mag je meenemen?

Slide 21 - Slide


- PPT met titels van de boeken en je stelling of stellingen 
(geen verdere info!) 
- 20 woorden per persoon
- Bonus: ja mag ook per boek alle personages opschrijven en meenemen

Slide 22 - Slide