Een verhaal vertoont altijd een bepaalde opbouw. Daarvoor moet eerst bepaald worden of het verhaal chronologisch of niet-chronologisch verloopt. De reeks gebeurtenissen in een verhaal wordt de
verhaallijn genoemd. Het komt weleens voor dat een verhaal uit meerdere verhaallijnen bestaat.
Na het begin komt het verhaal op gang. Om de aandacht van de lezer vast te houden gebruiken schrijvers spanningsbogen. Een spanningsboog kan langdurig zijn (bijvoorbeeld wanneer iets aan het eind van het boek pas duidelijk wordt, wat al in het begin voor spanning zorgde) of kort duren. Na iedere korte spanningsboog vormt zich vrijwel meteen een nieuwe.
Een verhaal kan ook op twee manieren eindigen. Het kan een open einde hebben, dan blijven er vragen onbeantwoord, of een gesloten einde, waarin het verhaal definitief wordt afgesloten.