Herhalen theorie communicatie blok 1 helft

Herhalen van de stof de vakantie over communicatie blok 1 
Wat is blijven hangen 
Even weer herhalen

1 / 26
next
Slide 1: Slide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Herhalen van de stof de vakantie over communicatie blok 1 
Wat is blijven hangen 
Even weer herhalen

Slide 1 - Slide

Hoeveel procent van de stof denk je al te beheersen?
-1100

Slide 2 - Poll

Dan gaan we nu met wat quizvragen de theorie herhalen 


Bekijk voor jezelf over welke onderwerpen je nog te weinig weet zodat je na deze les gericht de informatie kunt opzoeken 

Slide 3 - Slide

Norm: Gezondheid
Waarde: Bewust gevarieerd eten en veel bewegen. Juist of onjuist ?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Noem een voorbeeld van iets wat jij "normaal" vindt

Slide 6 - Open question

Op je identiteitskaart staat informatie over jezelf . Wat staat er niet op ? onder andere: je naam, je geboortedatum, je geboorteplaats en je geslacht.
A
Je naam
B
Je beroep
C
Je geboortedatum
D
Je geslacht

Slide 7 - Quiz

Naast persoonlijke informatie maken nog een aantal kenmerken jou uniek . Noem min 2 kenmerken

Slide 8 - Mind map

andere kenmerken die je persoonlijke identiteit bepalen 
je afkomst (Nederlands, Surinaams, Marokkaans, Turks, Frans)
je uiterlijk (rood haar, donkere huidskleur)
je beroep (docent, kapper, chauffeur, verzorgende-IG, verpleegkundige)
je interesses en hobby's (lezen, shoppen, gamen, sporten)
je karakter (opvliegend, rustig, verlegen, vrolijk)

Slide 9 - Slide

Wat wordt bedoeld met sociale identiteit ?

Slide 10 - Open question

sociale identiteit / groepsindentiteit 
Persoonlijke identiteit:
Je persoonlijke identiteit is datgene wat je uniek en eigen maakt. Iedereen heeft zo zijn eigen kenmerken, de unieke combinatie van je karakter en persoonlijkheid.
Sociale identiteit:
Ook de groepen waarbij je hoort, bepalen je identiteit. Uit welk gezin of welke familie kom je? Wie zijn je collega’s, in welke stad of welk land woon je? Je identiteit groeit je leven lang met je mee.
Groepsidentiteit:
Dit doe je door als groep bepaalde gedragsregels te ontwikkelen. Als groep hoor je bij elkaar, maar je verschilt van andere groepen door de regels die gelden in jouw groep. Door je aan die regels te houden, laat je zien wie je bent, en waar je bij hoort.


Slide 11 - Slide

Je .................... is alles waar je op teruggrijpt bij de bepaling van je huidige denken, doen en laten. Vul het ontbrekende woord in

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Video

Piet is ooit als 4 jarig kind geraakt door een vuurpijl met oud en nieuw . Nu hij zelf vader is verbied hij het zijn kinderen om vuurwerk af te steken . Dit is een voorbeeld van Piets referentiekader mbt vuurwerk . Bedenk een voorbeeld situatie wat jou denken heeft bepaald.

Slide 14 - Open question

Socialisatie:

het proces waarbij iemand, bewust en onbewust, de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn groep krijgt aangeleerd;
“Het proces waarbij nieuwe leden van een samenleving of groepering zich de sociaal-culturele vaardigheden eigen maken.''

Slide 15 - Slide

Er zijn drie onderdelen in de socialisatie te onderscheiden:
Primair , secundair , tertiair
collega's horen bij .......?
A
primair
B
tertiair
C
secundair
D
geen van drie

Slide 16 - Quiz

Wat is een referentiekader?
A
Het gezichtspunt van waaruit je kijkt
B
Waarden en normen
C
Overtuigingen
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 17 - Quiz

Wat is socialisatie?
A
Sociaal zijn
B
Je netjes gedragen
C
aanleren van gewoonten die passen bij je cultuur
D
alle normen en waarden van een maatschappij

Slide 18 - Quiz

Wat is een referentiekader?
A
Een vertekend beeld dat ontstaat na je eerste indruk
B
Persoonlijk beeld wat je ergens van schetst door o.a. ervaring, normen, waarden

Slide 19 - Quiz

Hoort dit bij nature/ nurture?
> Het racetalent van Max Verstappen
A
Nature
B
Nurture

Slide 20 - Quiz

Socialisatie?
A
Alle regels en gewoonten die je leert van je ouders, je leraren en andere volwassenen.
B
het aanleren van normen, waarden en gewoontes die bij jouw groep of samenleving horen
C
Aangeboren eigenschappen
D
Aangeleerde eigenschappen

Slide 21 - Quiz

Onderdelen socialisatie 
Primair
Het gezin waar je uit komt
Pleegouders
De woonvorm waar je in leeft
Secundair
School
Vrienden
Collega’s
Tertiair
De maatschappij

Slide 22 - Slide


Wat is een subcultuur?
A
De cultuur van een kleine groep mensen.
B
De cultuur van een grote groep mensen.
C
De cultuur van jongeren.
D
De cultuur van volwassenen.

Slide 23 - Quiz

Hooligans is een voorbeeld van een subcultuur . Welke van onderstaande is geen subcultuur ?
A
skaters
B
Hiphoppers
C
Nederlanders
D
milieu activisten

Slide 24 - Quiz

Dit is een subcultuur op basis van:
A
Geloof
B
Woonplaats
C
Beroep
D
Politiek

Slide 25 - Quiz

Dit is een subcultuur op basis van:
A
woonplaats
B
politiek
C
Geloof
D
werk

Slide 26 - Quiz