11.2 Transportvaten deel 1

11.2
Transportvaten
deel 1
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

11.2
Transportvaten
deel 1

Slide 1 - Slide

Oefenen Bouw Hart

Slide 2 - Slide

Hartkleppen:
  • Tricuspidaalklep
  • Mitraalklep

Halvemaanvormige kleppen:
  • Pulmonaalklep
  • Aortaklep

Slide 3 - Slide

Belangrijk voor het examen!

Slide 4 - Slide

11.2 Leerdoelen en begrippen
Je leert de werking van het transportstelsel in mensen:
1. Je kan de grote- en kleine bloedsomloop beschrijven
2. Je kan eigenschappen van slagaders, aders en haarvaten noemen

Begrippen:
Gaswisseling, Kleine bloedsomloop, Grote bloedsomloop, Hormonen, Afvalstoffen, Dubbele bloedsomloop, Slagaders, Dekweefsel, Glad spierweefsel, Bindweefsel, Haarvaten, Aders, Kleppen. 

Slide 5 - Slide

Functie bloedvatenstelsel
TRANSPORT:
  • Zuurstof (O2) van longen naar alle lichaamscellen
  • CO2 van alle lichaamscellen naar de longen
  • Voedingsstoffen van darmen naar alle lichaamscellen
  • Afvalstoffen van alle lichaamscellen naar uitscheidende organen
  • Regulerende stoffen (bijv. hormonen) naar het doelorgaan

BESCHERMING:
Bloed bevat gespecialiseerde cellen die infecties onschadelijk kunnen maken 

Slide 6 - Slide

Bloedvaten (BINAS 84A)
Naamgeving bloedvaten:
Naam van het orgaan waar het bloedvat naartoe stroomt (+ slagader) of vanaf stroomt ( + ader).

Behalve: aorta, onderste en bovenste holle ader, poortader, krans(slag)ader, hals(slag)ader






Slide 7 - Slide

Bloedvaten
Zuurstofrijk/ zuurstofarm
Voedingsstoffenrijk/ -arm

In de organen zitten haarvaten - daar alleen vindt de stoffen-uitwisseling plaats.



Slide 8 - Slide

Dubbele gesloten bloedsomloop
Kleine bloedsomloop:
zuurstof halen/ CO2 brengen
Hart - longen - hart

Grote bloedsomloop:
zuurstof brengen/ CO2 halen
Hart - organen - hart




Slide 9 - Slide

Benoem de nummers:
1, 11, 13 en 14

Slide 10 - Slide

Benoem de nummers:

1, 11, 13 en 14
A
1= halsslagader; 11= leverslagader; 13= poortader; 14= nierader
B
1= longader; 11= leverslagader; 13= poortader; 14= bovenste holle ader
C
1= aorta; 11= nierslagader; 13= poortader; 14= nierader
D
1= halsslagader; 11= nierslagader; 13= poortader; 14= onderste holle ader

Slide 11 - Quiz

Een molecuul glucose wordt in de darmen van een diabetes-patient opgenomen en gaat uiteindelijk naar de nieren, waar het wordt uitgescheiden via de urine. Via welke bloedvaten gaat dit molecuul achtereenvolgens? Noteer de nummers op de juiste volgorde gescheiden door steeds een streepje - zoals 4-6-1 enz
1
aorta
8
nierhaarvaten
2
longhaarvaten
9
poortader
3
leverhaarvaten
10
linkerboezem
4
nierslagader
11
onderste holle ader
5
rechterkamer
12
leverader
6
longslagader
13
longader
7
linkerkamer
14
rechterboezem

Slide 12 - Slide

Een molecuul glucose wordt in de darmen van een diabetes-patient opgenomen en gaat uiteindelijk naar de nieren, waar het wordt uitgescheiden via de urine. Via welke bloedvaten gaat dit molecuul achtereenvolgens. Noteer de nummers op de juiste volgorde gescheiden door steeds een streepje - zoals 4-6-1 enz

Slide 13 - Open question

Een molecuul glucose wordt in de darmen van een diabetes-patient opgenomen en gaat uiteindelijk naar de nieren, waar het wordt uitgescheiden via de urine. Via welke bloedvaten gaat dit molecuul achtereenvolgens. Noteer de nummers op de juiste volgorde gescheiden door steeds een streepje - zoals 4-6-1 enz
poortader - leverhaarvaten - leverader - onderste holle ader - rechterboezem - rechterkamer - longslagader - longhaarvaten - longader - linkerboezem - linkerkamer - aorta - nierslagader - nierhaarvaten
9-3-12-11-14-5-6-2-13-10-7-1-4-8

Slide 14 - Slide

Hoeveel aanvoerende bloedvaten heeft de lever en hoeveel afvoerende?
A
1 aanvoerend, 1 afvoerend
B
1 aanvoerend, 2 afvoerend
C
2 aanvoerend, 1 afvoerend
D
2 aanvoerend, 2 afvoerend

Slide 15 - Quiz

BINAS 84C2

Slide 16 - Slide

BINAS 84C2

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Maak deze oefening
BLOEDVATEN
Gebruik BINAS 84C2 en E

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

HUISWERK
Bestudeer 11.2
en maak 2 t/m 7

Slide 21 - Slide