P4 - Les 5A - Oorlog en terrorisme

De Wereld en Nederland 
1945 - 2010
De periode 1945 - 1989
Welkom bij geschiedenis
Les 4A
Oorlog en terrorisme
1 / 36
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De Wereld en Nederland 
1945 - 2010
De periode 1945 - 1989
Welkom bij geschiedenis
Les 4A
Oorlog en terrorisme

Slide 1 - Slide

Onze afspraken
  1. In onze klas mag je altijd een vraag stellen. 
  2. Rust in de klas                                        - Als ik uitleg -> stilte.                          - Geconcentreerd werken -> stilte
  3. Telefoon, jassen, petten en AirPods zijn niet zichtbaar zonder mijn toestemming. 
  4. Vertrouwen

Slide 2 - Slide

Paragrafen
De periode 1945 - 1989
  • §1 Oriëntatie 
  • §2 Van bondgenoten naar vijanden
  • §3 De Koude Oorlog
De wereld vanaf 1990
  • §1 Oriëntatie
  • §2 Nieuwe landen in Europa
  • §3 Oorlog en terrorisme
  • §4 Een veranderend Nederland
  • Nakijken/toetsvoorbereiding/afronding

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Na deze les:
  • Je kunt verklaren hoe de Arabische Lente ontstond.
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 4 - Slide

Huiswerk
Maken: §3 - af
Leren:   §3
Wanneer inleveren: Voor de volgende les
Waar inleveren: TijdvoorGeschiedenis.nl

  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 5 - Slide

De leider van de Sovjet-Unie aan het eind van WO2 heet:
A
Adolf Hitler
B
Franklin D. Roosevelt
C
Josef Stalin
D
Vladimir Lenin

Slide 6 - Quiz

Duitsland werd verdeeld in ..... delen.
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 7 - Quiz

Wat werd er niet besproken bij de converentie in Potsdam?
A
Herstelbetalingen
B
Terechtstellen van Nazi's
C
De overgave van Japan
D
Het ijzeren gordijn

Slide 8 - Quiz

Wat is Glasnost?
A
een gesloten cultuur van politiek en media
B
een open cultuur van politiek en media
C
betere banden met de VS
D
Slechtere banden met de VS

Slide 9 - Quiz

Zet in de juiste volgorde:
A. Einde van de Sovjet-Unie
B. Val van de Berlijnse Muur
C. Duitse hereniging
D. Gorbatsjov wordt leider van de Sovjet-Unie

A
B, A, C, D
B
D, A, B, C
C
D, B, A, C
D
D, B, C, A

Slide 10 - Quiz

Wat zijn politionele acties?
Wat zijn politionele acties?
A
militaire acties van Nederland om te voorkomen dat Indonesië onafhankelijk werd.
B
Acties van Japan een nieuwe poging te doen om Nederlands-Indië in te nemen.
C
Acties van Nederlands-Indië om ervoor te zorgen dat zij onafhankelijk werden.
D
Acties van Duitsland om Japan te gaan helpen in de oorlog.

Slide 11 - Quiz

Wie is dit?
A
Ghandi
B
Stalin
C
Soekarno
D
Soeharto

Slide 12 - Quiz

Wie was de leider van de nationalisten in Nederlands-Indië?
A
Ghandi
B
Soekarno
C
Hatta
D
Wilhelmina

Slide 13 - Quiz

Waar is de VN voor
A
Internationale handel
B
Tegen oorlog
C
Recht, Vrede, Veiligheid
D
Politiek tussen de 3 grote landen

Slide 14 - Quiz

Wat is NIET waar over de Berlijnse Muur?
A
Het was een idee van de BRD
B
De Berlijnse Muur sloot het IJzeren Gordijn volledig
C
De Berlijnse Muur werd gemaakt zonder overleg tussen BRD en DDR
D
De Berlijnse Muur is hét symbool voor de Koude Oorlog

Slide 15 - Quiz

De wederopbouw betekent
A
Nederland opbouwen zodat het bij een oorlog niet kapot kan. n
B
Nederland opnieuw opbouwen na de schade van WOII
C
Nederland weer eens opnieuw opbouwen
D
Nederland mooier en rijker maken na de crisis

Slide 16 - Quiz

Wat is de Marshallhulp?
A
Een financieel en economisch hulpprogramma
B
De politie-inzet in Europa
C
Het geallieerde bestuur van Europa
D
Het trainen van leger en politie in Europa

Slide 17 - Quiz

De oprichting van de Europese Unie is een ...............van de Duitse eenwording, omdat de Duitse leider Kohl...........................beloofde!
A
oorzaak, nationalisme
B
gevolg, Europese samenwerking
C
oorzaak, Europese samenwerking
D
gevolg, nationalisme

Slide 18 - Quiz

Wanneer was de Duitse eenwording?
A
3 oktober 1989
B
3 oktober 1990
C
4 oktober 1991
D
4 oktober 1988

Slide 19 - Quiz

Wat was de containmentpolitiek?
A
Politiek van de VS om verspreiding van communisme tegen te gaan
B
Politiek van de SU om verspreiding van democratie tegen te gaan
C
Politiek tijdens wo2 om nazisme te stoppen
D
Politiek na de koude oorlog om Amerikaanse invloed te beperken

Slide 20 - Quiz


Twee uitspraken:
1. Een direct / indirect gevolg van de invoering van Glasnost en Perestrojka is het einde van de Koude Oorlog.

2. Een bedoeld / onbedoeld gevolg van de invoering van Glasnost en Perestrojka is het einde van de Sovjet-Unie.
A
1. direct gevolg, 2. bedoeld gevolg
B
1. direct gevolg, 2. onbedoeld gevolg
C
1. indirect gevolg, 2. bedoeld gevolg
D
1. indirect gevolg, 2. onbedoeld gevolg

Slide 21 - Quiz

Perestrojka is...
A
Een afschaffing van de planeconomie
B
Een meer westerse economie
C
Het recht om te protesteren
D
Het recht om vrij te mogen reizen

Slide 22 - Quiz

Waarvoor staat EEG?
A
Europese Ecologische Groep
B
Economische Eenheden Gemeenteraad.
C
Europese Economische Gemeenschap

Slide 23 - Quiz

Welke etnische minderheid werd gezuiverd in Joegoslavië tijdens de burgeroorlog
A
Joden
B
Moslims
C
Christenen
D
Niet gelovigen

Slide 24 - Quiz

Wat heeft Nederland te maken met de oorlog in Joegoslavië?
A
Nederlands leger vocht daar
B
Nederlandse VN soldaten vochten daar
C
Nederlandse kolonies waren daar
D
Niets

Slide 25 - Quiz

Wat is niet waar over de Europese Unie?
A
De EU heeft een gezamenlijk leger
B
Is opgericht om meer geld te verdienen
C
Samen besluiten vormen op politiek en economisch gebied
D
Is bedoeld om sterk te staan tegenover grote mogendheden

Slide 26 - Quiz

Wat was geen gevolg van
de Duitse eenwording?
A
Stijgende werkloosheid
B
Hogere prijzen
C
Veel Oost-Duitse bedrijven failliet
D
Dalende werkloosheid

Slide 27 - Quiz

De Duitse eenwording was op sommige punten nadelig voor Oost-Duitsland, en op andere punten voor West-Duitsland. Welk probleem gold voor West-Duitsland?
A
De verouderde industrie kon niet op tegen de nieuwe concurrenten.
B
De prijzen stegen en de werkloosheid nam toe.
C
Door de hoge kosten van het herstel van de economie gingen de belastingen flink omhoog.
D
Hoge werkloosheid leidde tot pessimisme onder de bevolking

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Video

Arabische Lente
  • Veel armoede en onderdrukking 
  • Protesten tegen de machthebbers 
  • Meerdere landen in het Midden-Oosten 
  • Arabische Lente (Egypte, Tunesië, Jemen en Libië) 
  • In Libië en Syrië burgeroorlogen 
  • Miljoenen mensen sloegen op de vlucht voor het geweld.
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting
Begrippen:
  • Arabische Lente

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Islamitische Staat
  • Burgeroorlog in Syrië 
  • Nieuw extremisme: Islamitische Staat (IS). 
  • Kalifaat in Syrië en Irak. 
  • Aanslagen
  • Vernietiging erfgoed
  • Vanuit de hele wereld trokken mensen naar Syrië om te vechten. 
  • Gebruikte social media 
  • 23 maart 2019 laatste stukje grondgebied veroverd.
  • Slavernij
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting
Begrippen:
  • Islamitische staat

Slide 32 - Slide

Opdracht(en)

Maken: 
§3- af


  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 33 - Slide

Lesdoelen check!

Slide 34 - Slide

Lesdoelen
Na deze les:

  • Je kunt verklaren hoe de Arabische Lente ontstond.
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 35 - Slide

Huiswerk
Maken: §3 - 1 t/m 5
Leren: §3 
Wanneer inleveren: Voor de volgende les
Waar inleveren: TijdvoorGeschiedenis

  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 36 - Slide