u1k Lezen §3 (maandag 6 mrt, dinsdag 7 mrt)

Welkom
  • Ga zitten volgens de plattegrond.

  • Pak je boek en
    schrift alvast voor je.



timer
3:00
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
  • Ga zitten volgens de plattegrond.

  • Pak je boek en
    schrift alvast voor je.



timer
3:00

Slide 1 - Slide

1. De theorie van de hoofdgedachte herhalen.
2. De opdracht van gisteren nakijken en bespreken.
3. Online oefenen met de hoofdgedachte.
4. Gezamenlijk afronden.
In deze les gaan we

Slide 2 - Slide

De lesdoelen
  • Je weet wat de hoofdgedachte van een tekst is.
  • Je kunt de hoofdgedachte van een tekst(je) herkennen door precies te lezen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

6.2

Slide 5 - Slide

De hoofdgedachte

Slide 6 - Slide

Het belangrijkste van een een tekst of programma in één zin
  • Om het onderwerp (§2) te vinden,
    moet je een tekst oriënterend lezen.
  • Om de hoofdgedachte van een tekst
  • te vinden, moet je precies lezen.
  • Je leest dan helemaal van de eerste zin
    tot en met de laatste zin.
Hoofdgedachte

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Wat
Lees eerst de tekstjes en maak daarna de vragen.
Hoe
Alleen of in tweetallen (degene die naast je zit).
Hulp
Overleg eerst fluisterend. Weet je het nog niet? Dan kom vanzelf langs.
Tijd
Tien minuten 


Klaar
Maak je lesmindmap af en oefen verder met deze paragraaf via Magister leermiddelen.
Aan de slag
timer
10:00

Slide 11 - Slide

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

A
Hoe veel woorden er in de tekst staan.
B
Het belangrijkste van een tekst in één zin.
C
Hoe iemand in een tekst ergens over denkt.
D
Wie de tekst heeft geschreven.

Slide 12 - Quiz

Met welke manier van lezen vind je de hoofdgedachte van een tekst?


A
Precies lezen
B
Nauwkeurig lezen
C
Oriënterend lezen

Slide 13 - Quiz

De lesdoelen
  • Je weet wat de hoofdgedachte van een tekst is.
  • Je kunt de hoofdgedachte van een tekst(je) herkennen door precies te lezen.

Slide 14 - Slide

Einde van deze les!
Als het goed is weet je nu: 
  • Welke drie tekstdoelen er zijn.
  • Het verschil tussen informerende, instruerende en overtuigende teksten.
  • Welke tekstsoorten bij welke tekstdoelen horen.

Slide 15 - Slide