u1k Lezen §3 (woensdag 7 mrt)

Welkom
  • Ga zitten volgens de plattegrond.

  • Pak je boek (blz. 21), schrift en lesmindmap alvast voor je.



timer
2:00
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
  • Ga zitten volgens de plattegrond.

  • Pak je boek (blz. 21), schrift en lesmindmap alvast voor je.



timer
2:00

Slide 1 - Slide

1. De hoofdgedachte afronden.
2. Klassikaal een tekst oefenen voor het proefwerk in de toetsweek.
3. Online oefenen met de hoofdgedachte.
4. Gezamenlijk afronden.
In deze les gaan we

Slide 2 - Slide

De lesdoelen
  • Je weet wat de hoofdgedachte van een tekst is.
  • Je kunt de hoofdgedachte van een tekst(je) herkennen door precies te lezen.
  • Je kunt een hoofdgedachte verwoorden.

Slide 3 - Slide

Zoek een online nieuwsbericht op via je iPad.
  • Lees het artikel precies (van begin tot eind).
  • Noteer het onderwerp van het nieuwsbericht.
  • Noteer vijf steekwoorden van het nieuwsbericht -> dit is een samenvatting van jouw artikel. 
  • Noteer de hoofdgedachte van het nieuwsbericht: Wat is het belangrijkste dat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?
Nieuwsbericht
timer
10:00

Slide 4 - Slide

De reis van Syntax Bosselman
  • Zoek online informatie op over het boek van de maand.
  • Denk bijvoorbeeld aan het onderwerp, de schrijver, het thema, illustrator et cetera.
Boek van de maand
timer
3:00

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

6.2

Slide 8 - Slide

De hoofdgedachte

Slide 9 - Slide

Het belangrijkste van een een tekst of programma in één zin
  • Voordat je de hoofdgedachte kunt weten, moet je eerst het onderwerp bepalen. Dit doe je door oriënterend te lezen (bekijk plaatjes, titel en tussenkopjes).  
  • Om de hoofdgedachte van een tekst te vinden, moet je precies lezen. Je leest dan helemaal van de eerste zin tot en met de laatste zin.
Hoofdgedachte

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Onderwerp
Hoofdgedachte
Oriënterend lezen
Precies lezen.
Bestaat uit één of een paar woorden.
Bestaat uit een volledige zin.
Komt voor in de hele tekst.
Staat altijd aan het begin of einde van de tekst.
Geeft antwoord op de vraag: waar gaat de tekst over?
Geeft antwoord op de vraag: wat is het belangrijkste dat over het onderwerp wordt gezegd?
Het verschil tussen het onderwerp
en de hoofdgedachte.

Slide 12 - Slide

Wat
Online oefentoets paragraaf 3.
Hoe
Individueel en in stilte (muziek mag op met oordopjes).
Hulp
Overleg eerst fluisterend. Weet je het nog niet? Dan kom vanzelf langs.
Tijd
Tien minuten. Als de timer is
afgelopen, bespreken we de
opdrachten.
Klaar
Maak je lesmindmap af en oefen verder met deze paragraaf via Magister leermiddelen.
Aan de slag 
timer
10:00

Slide 13 - Slide

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

A
Hoe veel woorden er in de tekst staan.
B
Het belangrijkste van een tekst in één zin.
C
Hoe iemand in een tekst ergens over denkt.
D
Wie de tekst heeft geschreven.

Slide 14 - Quiz

Met welke manier van lezen vind je de hoofdgedachte van een tekst?


A
Precies lezen
B
Nauwkeurig lezen
C
Oriënterend lezen

Slide 15 - Quiz

Einde van deze les!
Als het goed is weet je nu: 
  • Wat een hoofdgedachte is (definitie).
  • Met welke manier van lezen je achter de hoofdgedachte van een tekst kunt komen.
  • Hoe je een hoofdgedachte kunt verwoorden.

Slide 16 - Slide

De lesdoelen
  • Je weet wat de hoofdgedachte van een tekst is.
  • Je kunt de hoofdgedachte van een tekst(je) herkennen door precies te lezen.
  • Je kunt een hoofdgedachte verwoorden.

Slide 17 - Slide