Week 1_H3

Bienvenue au cours de français!




lessonup.app
1 / 34
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bienvenue au cours de français!




lessonup.app

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Le programme d'aujourd'hui
1. La critique de film  10'
2. Le passé composé 25'
3.  Les phrases-clés   20'  
4. Lire   25'

mardi 5 janvier 2021

Slide 4 - Slide

Le programme d'aujourd'hui

1. Interrogation sur le passé composé 10'
2. Compréhension des écrits 15'


mardi 5 janvier 2021

Slide 5 - Slide

Les objectifs d'apprentissage
* Ik kan oefenen met leesstrategieën voordat ik ga lezen.

* Ik herhaal de passé composé met twee verschillende soorten hulpwerkwoorden.

* Ik kan de phrases-clés aanpassen aan mijn eigen leven.

Slide 6 - Slide

!!!

La critique du film 'Demain tout commence'

À rendre AUJOURD'HUI 

Slide 7 - Slide

Vacances

Slide 8 - Mind map

Le passé composé

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Maak zelf 2 zinnen in de passé composé (avoir/être) + vertalingen.

Slide 12 - Open question

Le passé composé

Lastig? = grammaire I révise 

Vragen? = samen oefenen

Proberen? = zie link in Teams

Expert? = exercice 30

Slide 13 - Slide

Tu reçois de l'argent de poche?

Slide 14 - Open question

Tu fais des économies?

Slide 15 - Open question

Tu as un petit boulot?

Slide 16 - Open question

1. Allez sur le site: https://www.1jour1actu.com/les-actus-a-la-une 

2. Choisissez un article.

3. Écrivez:
- le thème,
- le(s) sujet(s),
- une question
 



Fini? Faites l'examen pp. 81-83
Lisez!

Slide 17 - Slide

Je/j' ____ (finir) mes devoirs.

Slide 18 - Open question

On ____ (danser) toute la nuit.

Slide 19 - Open question

Elle ____ (rentrer) à la maison.

Slide 20 - Open question

vous ____ (perdu) votre argent.

Slide 21 - Open question

Vertaal: jij hebt gehad.
A
tu as eu
B
tu es eu
C
tu as avoiré
D
tu est avoiré

Slide 22 - Quiz

Vertaal: hij heeft nagedacht.
A
il a réfléchié
B
il a réfléchi
C
il est réfléchie
D
il est réfléchu

Slide 23 - Quiz

Vertaal: zij hebben gevonden.

Slide 24 - Open question

Vertaal: zij is gegaan.

Slide 25 - Open question

Vertaal: ik heb gewoond.

Slide 26 - Open question

Vertaal: Manon is vertrokken.

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

Hoe vond je het vandaag gaan?
A
Uitstekend, want...
B
Goed, want...
C
Deels goed, want...
D
Slecht, want...

Slide 29 - Quiz

Hier heb ik nog vragen over:

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

https://apprendre.tv5monde.com/fr/exercices/a2-elementaire

 

Slide 33 - Slide

Au revoir !!

Slide 34 - Slide