Regen, sneeuw hagel kennen we.
Dauw: kleine waterdruppels, ochtends kunnen gras en bladeren nat zijn.
Rijp: Kleine ijskristallen die takken en grassprieten wit maken
ijzel: Zeer koude regen die bevriest als het de grond raakt. de ijslaag die ontstaat is altijd doorzichtig en spiegelglad.