Schrijf een voorbeeld op van een:
1. Zelfstandig naamwoord (zn) (par. 3)
2. Voorzetsel (vz) (par7)
3. Bijvoeglijk naamwoord (bn) (par5)
4. Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord (st.bn) (par5)
5. Een bepaald lidwoord (blw) (par3)
6. Een onbepaald lidwoord (olw) (par3)
7. Een werkwoord (ww) (par1)