Future

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Future tense (toekomende tijd):

1. Je weet wanneer je de future tense moet gebruiken.

2. Je weet wanneer hoe je am/are/is + going to moet gebruiken.

not going to / won't / shan't

Als je wilt zeggen dat iets (misschien) niet gaat gebeuren maak je de zin negatief door not of n't te gebruiken

Ik zal je niet later bellen

I won't/shan't call you later

Will + not = won't

Shall + not = shan't

Volgens het weerbericht gaat het niet regenen

According to the news, it is not going to rain.

will + not = WON'T

I ______________  Paris next week.

she ______________ marry him

you ______________ love this

Is going to

am going to

are going to

am going to work

are going to work

is going to work

you

we 

they

I

he 

she 

it

She _____ play guitar

I _____ drink the water

They _____ go downstairs

Are going to 

Am going to

Is going to

1. Voorspelling
2. Belofte
3. Vaststaand schema

1. Voorspelling
2. Voornemen
3. Vaststaand schema

The party will be a lot of fun.

1. Voorspelling
2. Belofte
3. Vaststaand feit

1. Voorspelling
2. Volgens vast schema
3. Belofte

Vul de zinnen aan 

Kies uit: 

• Will 
• Am/are/is going to

'Will' gebruik je

1. Om een spontane gebeurtenis uit te drukken
2. Om een geplande gebeurtenis uit te drukken

'Going to' gebruik je

1. Om een spontane gebeurtenis uit te drukken
2. Om een geplande gebeurtenis uit te drukken
3. Om een voorspelling te geven

My ski instructor believes it ......... snow in the mountains tomorrow evening.

On Sunday at 8 o'clock I ...…. (to meet) my friend.

Wait! I …… (to drive) you to the station.

Listen! There's someone at the door. I ….. (to open) the door for you.

There’s smoke coming from the oven. It ______ !

1. explodes
2. is going to explode

Dad thinks books and newspapers ________ soon.

1. are disappearing
2. will disappear

The traffic is terrible. We _______ (miss) our flight.

1. will
2. are going to miss

Ezra _____ her holiday in Greece this year because she probably has to work the whole time.

1. is going to spend
2. won't spend

Look at the clouds - it ...… (to rain) in a few minutes.

Create a sentence with will or shall

Create a sentence with won't or shan't

Oefen nu zelf

Op de volgende side vind je een website om met de future (toekomstige tijd) te oefenen.

Klik op de link, lees de uitleg zo nodig nog even door, en kies een aantal oefeningen uit (minimaal 2).

Oefen totdat je  bijna alle antwoorden goed hebt.  Dan snap je het!

engelsklaslokaal.nl

Klaar?

• Login bij Stepping Stones Online
• Ga naar Methodes > Stepping Stones > 3GT
• Klik (links) Chapter 3 aan
• Klik (rechts) op Slim Stampen > Grammar 8