Het lezen van gedichten

v4 vandaag 
Welkom!
bespreken laatste vragen De Dapperstraat (p. 107)
het sonnet
tijd over: afronden beeldspraak en stijlfiguren

1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

v4 vandaag 
Welkom!
bespreken laatste vragen De Dapperstraat (p. 107)
het sonnet
tijd over: afronden beeldspraak en stijlfiguren

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Het sonnet
  • 14 versregels
  • twee kwatrijnen, twee terzetten
  • vast rijmschema: abba abba cdc dcd / abba abba cde cde
  • wending / volta / schute: overgang, vaak tussen versregel 8 en 9 
  • inhoudelijke tegenstelling tussen deel 1 en deel 2 (algemeen-bijzonder, abstract-concreet, toen-nu)

Slide 4 - Slide

leerstof
  • Talent vakboek, paragraaf 2.1 t/m 2.4 (p. 18-31)
  • Talent vakboek, paragraaf 5.1 t/m 5.11 (p. 74-88)
  • Talent vakboek, paragraaf 6.7 (p. 95-97)
  • Talent vakboek, paragraaf 10.1 t/m 10.5 (p. 125-133)

Slide 5 - Slide

Tekst 2, p. 68 - 69
https://www.npostart.nl/flexibele-schooltijden-hebben-de-toekomst/05-02-2015/POMS_AT_782614

- maak individueel de vragen 9 t/m 18
- raadpleeg eventueel je vakboek 
- let op zinsbouw en spelling
- schrijf waar nodig in volledige zinnen 


Slide 6 - Slide

v4 vandaag 

werkwijze lessen stijl en poëzie (inclusief online-groep)
start poëzie-analyse (les 1) 
Laagland blz. 122, paragraaf 4.1 t/m 4.3


Slide 7 - Slide

Het lezen van gedichten 

Slide 8 - Slide

Wat maakt een gedicht tot een gedicht? 

Slide 9 - Slide

Wat maakt een gedicht tot een gedicht? (4.2, 4.3)
- manier van presentatie: veel wit, witregels, strofen 
- verwoording van een gevoel, inzicht, gedachte, observatie, herinnering, bijzondere ervaring. 
- soms door een verteller, soms door een lyrisch-ik: een ik-figuur die nadrukkelijk eigen gevoelens verwoord
- verhaal/geschiedenis speelt minder belangrijke rol 

Slide 10 - Slide

strofen (4.4)
strofen: alinea's in een gedicht
distichon: twee regels​
terzine: drie versregels​
kwatrijn: vier versregels​
kwintet: vijf versregels​
sextet: zes versregels​
septet: zeven versregels​
octaaf: acht versregels










opdracht
Lees het gedicht Gentleman's agreement van Bart Chabot 
1. Hoeveel strofen telt het gedicht? 
2. Benoem de strofen. 
3. Waarom heeft Chabot voor deze titel gekozen? Is er sprake van ironie?

Extra vraagje; alvast voor de volgende les:
staan er enjambementen in dit gedicht? Zo ja, welke? 


Slide 11 - Slide

v4 vandaag 

poëzie-analyse: afronden metrum  
opdracht 11, blz. 107
Laagland blz. 122, paragraaf 4.5


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

enjambementen
'Een versregel wordt afgebroken op een plaats waar geen vanzelfsprekend einde van de versregel is.'

geen enjambementen:     'Ooit sprak een koning tot zijn nar,
                                                     ik ben een beetje in de war.
                                                     Ik voel me katterig en down,
                                                     laat me eens lachen speel de clown.'

Slide 14 - Slide

rijm - eindrijm 
rijm: de overeenkomst van klanken in beklemtoonde lettergrepen
eindrijm: de laatste woorden van de versregels rijmen op elkaar
rijmschema's: 
- gekruist rijm (abab)
- gepaard rijm (aabbcc...)
- omarmend rijm (abba) 

Slide 15 - Slide

enjambementen 
wel enjambementen:

De nar had honger en besloot
te doen wat majesteit gebood.
Hij hield een grote spiegel op
vlak voor diens dikke varkenskop.


Slide 16 - Slide

rijm - eindrijm 
eindrijm - gepaard rijm

Ooit sprak een koning tot zijn nar, (a)
ik ben een beetje in de war. (a)
Ik voel me katterig en down, (b)
laat me eens lachen speel de clown. (b)
En roep o koning u bent groot (c)
voor vijf dukaten en een brood. (c)

Slide 17 - Slide

rijm - volrijm/halfrijm 
volrijm: de beklemtoonde klinker en de medeklinkers klinken gelijk  (besloot-gebood, op-kop, glas-was)

halfrijm: alleen klinkers of medeklinkers rijmen

Slide 18 - Slide

rijm - halfrijm 
assonantie: klinkerrijm --> klinkers zijn gelijk, medeklinkers verschillen                                                                         Hij is het licht vergeten
                                                           en het gras vergeten
                                                           en al die kleine levende kevertjes 

alliteratie: medeklinkerrijm --> beginmedeklinkers zijn gelijk 
                                                            hij is de geur vergeten
                                                            van het hooi de grijze vacht van de schapen 
                                                            de varens  de omgelegde aardkluiten 

Slide 19 - Slide

assonantie 

Ooit sprak een koning tot zijn nar,                           sprak, nar, war, katterig, lachen
ik ben een beetje in de war.
Ik voel me katterig en down,
laat me eens lachen speel de clown.
En roep o koning u bent groot,                                  o, koning, groot, brood
voor vijf dukaten en een brood.

Slide 20 - Slide

alliteratie 

Ooit sprak een koning tot zijn nar,                                 koning, katterig, clown
ik ben een beetje in de war.
Ik voel me katterig en down,
laat me eens lachen speel de clown.
En roep o koning u bent groot,                                  
voor vijf dukaten en een brood.

Slide 21 - Slide

metrum 
metrum: regelmatige afwisseling van sterke en zwakkere beklemtoonde lettergrepen 

soorten: 
1. jambe v - v - (onbeklemtoonde (V) en beklemtoonde (-) lettergreep)

al DRAAGT een AAP een GOUDen RING, het IS en BLIJFT een LElijk DING.​
v        -            v       -        v         -        v       -        v     -    v        -          v     -    v      -

Slide 22 - Slide

metrum 

2. anapest: v v - v v - 

3. trocheus: - v - v

4. dactylus: - v v - v v 

Slide 23 - Slide

metrum - jambe 
ooit SPRAK een KOning TOT zijn NAR​

‘ik BEN een BEEtje IN de WAR​
ik VOEL me KATteRIG en DOWN​
laat ME eens LAchen, SPEEL de CLOWN​
en ROEP ‘o KOning, U bent GROOT​
voor VIJF duKAten EN een BROOD’




Slide 24 - Slide

antimetrie strofe drie 

en ALS je NOU je KOP niet HOUDT​
MAAK ik JOU vanDAAG nog KOUD

Wat is het effect van antimetrie? 

Slide 25 - Slide

opdrachten
Maak opdracht 11 (vraag 3 niet), blz. 107.

Maak een samenvatting van paragraaf 4.9 (p. 128 en 129).

Klaar? Begin alvast met opdracht 16, vraag 1, 7 en 8 (p. 114).

Slide 26 - Slide