MAW toets Hs 1 en 2

Leerdoelen 
- Je weet welke stappen je moet toepassen om een goed en volledig antwoord te kunnen geven bij de MAW toets (ICE) 
- Je bent in staat om de hoofd en kernconcepten toe te passen in de oefentoets
- Je bent in staat om elkaars antwoorden feedback te geven en van elkaar te leren. 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leerdoelen 
- Je weet welke stappen je moet toepassen om een goed en volledig antwoord te kunnen geven bij de MAW toets (ICE) 
- Je bent in staat om de hoofd en kernconcepten toe te passen in de oefentoets
- Je bent in staat om elkaars antwoorden feedback te geven en van elkaar te leren. 

Slide 1 - Slide

ICE (stappenplan antwoorden)
Om alles eruit te halen bij antwoorden MAW kun je het beste de ICE methode handhaven. Dit bestaat uit de volgende stappen: 
  • - Introduce: Deze stap moet altijd: Je herhaalt de vraag. Is er een begrip gegeven in de vraag leg het begrip dan uit. Dit geldt ook als het om kenmerken van het begrip gaat. 
  • - Cite: Je moet uit de bron informatie halen (citeren) die past bij het concept dat je toepast (wees hierin concreet). 
  • - Explain: Toelichting: Je moet uitleggen waarom de context en het concept bij elkaar passen, dus waarom het gekozen voorbeeld op de bron een passend voorbeeld is van de theorie die je hebt geleerd. 

Slide 2 - Slide

Leerstof 
- Hoofdstuk 1: Hoofdconcept: Vorming: De Samenleving en het Individu 
- Hoofdstuk 2 Hoofdconcept: Binding: De Samenleving en bindingen 

Leer de hoofd en kernconcepten. Let goed op worden zoals aspecten en elementen en het verschil hierin. 

Slide 3 - Slide

Individueel 
Maak de formatieve toets over Hs 1 en 2 op blz. 27 van het werkboek. 
Stap 1: Lees de tekst 
Vraag 1 doen we samen ter illustratie. 


Slide 4 - Slide

Vraag 1
- Introduce: In de tekst wordten de problemen met straatcultuur en straatgeweld aangekaart. 
-  Cite: In de tekst wordt gezegd dat het gebruikelijk is dat kinderen met een mes op straat lopen om zich te verdedigen. 
- Explain: Dit gaat dus over cultuur, omdat dit betrekking heeft over de norm om een mes bij je te hebben. Normen vormen een element van het kernconcept cultuur. 

Slide 5 - Slide

Met welke cultuurdimensie van Hofstede zou je de drillmuziek het beste kunnen typeren? Licht je antwoord toe.

Slide 6 - Open question

Antwoord: 
- Drillmuziek kun je het beste typeren met de culturele dimensie masculien vs feminien. Drillrap scoort daarbij hoog op de index van masculiniteit 
- In masculiene groepen en samenlevingen wordt conflict immers vaak opgelost met geweld of oorlog. 
- Dat zie je ook in de tekts terug, er wordt immer gezegd dat bij drillrap gesproken wordt over het neersteken van rivalen en bespotten van de vijand. 

Slide 7 - Slide

Hoe draagt identiteit bij aan het in stand houden van dit probleem? Maak in je antwoord een onderscheid tussen persoonlijke en sociale identiteit.

Slide 8 - Open question

Antwoord 
- Identiteit draagt hier aan bij aan het in stand houden van het probleem. 
- In de tekst zie je namelijk dat jongeren niet op straat kunnen lopen zonder mes, het is dus gaan horen bij hun zelfbeeld. 
- Anderzijds is het ook onderdeel van hun sociale identiteit. Zoals in de tekst wordt uitgelegd is de straatcultuur immers onderdeel van de groep jongeren waar ze bij horen, en wordt het ook in stand gehouden door groepsdruk. Als iemand dit beschouwd als blijvend voor zijn persoon is dit ook moeilijk om op te geven. 

Slide 9 - Slide

Leg uit hoe verschillende socialisatoren een rol spelen in het ontstaan van gewelddadig gedrag onder jongeren.

Slide 10 - Open question

Antwoord 
 Socialisatoren zijn mensen of organisaties die een cultuur (in dit geval straatcultuur) overdragen. In de tekst zie je onder andere dat ouders een socialisator zijn. Zij geven immers hun kinderen een mes om zich te verdedigen en spelen zo een rol in het ontstaan van gewelddadig gedrag. Jongeren vormen ook een socialisator. Door groepsdruk dagen zij deze straatcultuur immers over. Een andere socialisator is social media (er staat in de tekst dat jongeren worden opgevoed door social media) en drillmuziek (de rappers)

Slide 11 - Slide

Waarom kunnen formele en informele sociale controle tot verwarring leiden bij jongeren? Gebruik in je uitleg het begrip sociale identiteit.

Slide 12 - Open question

Antwoord 
Belangrijk voor identiteit is ook de “perceptie over de groep(en) waar hij wel of juist ook niet deel van uitmaakt”: de sociale identiteit. Wanneer de informele sociale controle van die groep hele andere normen verwacht dan de formele sociale controle op school en door de gemeente, levert dat verwarring op. Zeker als je jouw identiteit sterker aan je vriendengroep ontleent dan aan ‘de stad Rotterdam’. 

Slide 13 - Slide

Lees de laatste alinea. Welke kernconcepten passen bij deze alinea.

Slide 14 - Open question

Antwoord 
In de laatste alinea zeggen de jongeren dat de gemeente juist moet proberen om de jongeren bij elkaar te brengen en met de overheid te verbinden. Dit past bij het kernconcept sociale cohesie. Sociale cohesie gaat immers om het aantal en de kwaliteit van de bindingen die mensen in een ruim sociaal kader met elkaar hebben. Dit kun je dus opvatten als de binding tussen de jongeren en de gemeente in Rotterdam-Zuid. 

Slide 15 - Slide

Geef met een voorbeeld uit de tekst aan hoe groepsvorming kan bijdragen aan de vorming van iemands identiteit. Maak in je antwoord ook gebruik van insluiting en uitsluiting

Slide 16 - Open question

Antwoord 
- Groepsvorming is het ontstaan van bindingen tussen twee of meer mensen die elkaar beinvloeden en samen gemeenschappelijke waarden creeren. 
- In de tekst zie je dat de groepsdruk onder jongeren enorm is, als je je zoals de groep gedraagt wordt je ingesloten en als je van de norm afwijkt wordt je uitgesloten. 
- Dit zorgt er dan ook voor dat jongeren de normen binnen de straatcultuur verwerven. Dit is immers onderdeel van hun sociale identiteit: hun perceptie van de groepen waartoe ze behoren, met een duidelijke outgroup van mensen die er niet bij horen. 

Slide 17 - Slide

Antwoord 
Wanneer jongeren elkaar beïnvloeden en gezamenlijk normen en waarden ontwikkelen (groepsvorming), dan kan die groep sterk gaan afwijken van de rest van de maatschappij. Dit zorgt ervoor dat ze zich geen deel meer voelen van de gemeenschap als geheel en zich bijvoorbeeld ook niet verantwoordelijk voelen voor het welzijn van hun stads- en buurtgenoten. Dat zou dus een afname van de sociale cohesie kunnen betekenen. 

Slide 18 - Slide

Groepsvorming kan in sommige gevallen leiden tot een afname van sociale cohesie. Leg dat uit.

Slide 19 - Open question