Meewerkend voorwerp

 meewerkend voorwerp
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2-4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

 meewerkend voorwerp

Slide 1 - Slide

Jan gaf de toets aan de leraar.

Wat is de persoonsvorm in de zin?
A
Jan
B
de toets
C
aan de leraar
D
gaf

Slide 2 - Quiz

Jan/ gaf/ de toets /aan /de leraar.

Is de zin correct verdeeld in zinsdelen?
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quiz

Jan gaf de toets aan de leraar.

Wat is het onderwerp van deze zin?
A
Jan
B
gaf
C
de toets
D
aan de leraar

Slide 4 - Quiz

Jan gaf de toets aan de leraar.

Wat is 'de toets'?
A
meewerkend voorwerp
B
lijdend voorwerp
C
onderwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 5 - Quiz

Lesdoel
Ik kan het meewerkend voorwerp in een zin vinden.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Is dit een meewerkend voorwerp?
Hij laat al zijn geld na aan goede doelen.
A
Wel een meewerkend voorwerp
B
Geen meewerkend voorwerp

Slide 8 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp?

Sophie doet jou de groeten
A
Geen meewerkend voorwerp
B
jou
C
Sophie
D
de groeten

Slide 9 - Quiz

Wie heeft mijn scooter gerepareerd?

mijn scooter =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
werkwoordelijk gezegde

Slide 10 - Quiz

Lesdoel
Ik kan het meewerkend voorwerp in een zin vinden.

Heb je dit gehaald? 
Waarom wel of niet? Hoe verder?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Link