2024_week12_1MH_van zelfstandig naamwoord naar persoonlijk voornaamwoord + quiz herhaling lidwoorden

1 / 34
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Du hast 3 min für:


Je hebt 3 min om: 

  • Jacke aus 
  • laptop geschlossen auf dem Tisch
  • Buch/Heft/Stift auf dem Tisch
timer
3:00
Als de timer gestopt is zie ik iedereen de woordjes van Lektion 1, 2, 3 op blz. 85  schrijven
Boek open op blz. 51

Slide 2 - Slide

Wörter schreiben
- Schrijf de woordjes van Lektion 1, 2, 3 op blz. 85 herhaaldelijk op totdat de timer is gestopt.
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Wörter abfragen

Slide 4 - Slide

Was machen wir heute?
  • Wörter schreiben und abfragen
  • Informationen SO 2
  • Erklärung Grammatik (Van een zelfstandig naamwoord naar een persoonlijk voornaamwoord)
  • An die Arbeit
  • Kurze Wiederholung Artikeln
  • Quiz
  • deutsches Lied/ Hausaufgaben


Slide 5 - Slide

Lernziel

  • Aan het einde van de les kan je een zelfstandig naamwoord vervangen door er, sie of es, doordat je opdrachten en aantekeningen hebt gemaakt.
  • aan het eind van de les kan je 2 woordjes van Lektion 2 benoemen, doordat je ermee hebt geoefend.
  • kan je benoemen wanneer je der, die of das gebruikt.

Slide 6 - Slide

Informationen SO 2
Week 16 

Leer de aantekeningen uit je schrift +

- Het bepaald en onbepaald lidwoord + aanvullende regels blz. 51-52
- Van zelfstandig naamwoord naar persoonlijk voornaamwoord blz. 58
- Woordjes Kapitel 2, Lektion 1 t/m 3 (D-NL + NL-D)
- leesteksten

Slide 7 - Slide

Uitleg: van een zelfstandig naamwoord naar een persoonlijk voornaamwoord

Slide 8 - Slide

er/sie/es
Hoe weet je nou, wanneer je er/sie of es moet gebruiken?


Ezelsbruggetje:


der Mann -> er
die Frau    -> sie
das Kind   -> es
Noteer dit in je aantekeningenschrift!

Slide 9 - Slide

An die Arbeit
Machen im Buch: Dit moet af!
- opdracht 9 blz. 58 (Lees Grammatik C: Vervang de woordjes door er, sie of es)
- opdracht 10 blz. 59 (Vervang de vetgedrukte woorden door er, sie of es)

Hoe? de eerste 5 minuten in stilte

Klaar? Na klar online--->Test jezelf Kapitel 2.2 
timer
10:00

Slide 10 - Slide

Bepaald lidwoord -de en -het
Bepaald lidwoord mannelijk (m)   Bepaald lidwoord vrouwelijk (v)

Slide 11 - Slide

Bepaald lidwoord
Bepaald lidwoord onzijdig (o)
Let dus goed op bij het woord Mädchen. Dit is wel een vrouw, maar het eindigt op -chen en is dus een verkleinwoord.

Slide 12 - Slide

Tip!
Kijk goed naar het lidwoord der, die, das
timer
3:00
es
sie
er
sie
es
sie
er
er
es
die Freundschaft
das Haus
die Großmutter
der Baum
das Mädchen
der Lehrer
der Zug
das Flugzeug
die Toilette

Slide 13 - Drag question

Wat wordt der Junge ist nett?
A
er ist nett
B
es ist nett
C
sie ist nett

Slide 14 - Quiz

Wat wordt die Katze ist schön?
A
sie ist schön
B
er ist schön
C
es ist schön

Slide 15 - Quiz

Wat wordt das Kind spielt?
A
es spielt
B
sie spielt
C
er spielt

Slide 16 - Quiz

Wat wordt die Freunde lachen?
A
er lachen
B
sie lachen
C
es lachen

Slide 17 - Quiz

Montag
A
der
B
die
C
das

Slide 18 - Quiz

Freiheit
A
der
B
die
C
das

Slide 19 - Quiz

Mädchen
A
der
B
die
C
das

Slide 20 - Quiz

Möglichkeit
A
der
B
die
C
das

Slide 21 - Quiz

Sommer
A
der
B
die
C
das

Slide 22 - Quiz

Pilotin
A
der
B
die
C
das

Slide 23 - Quiz

Freundschaft
A
der
B
die
C
das

Slide 24 - Quiz

Pferd
A
der
B
die
C
das

Slide 25 - Quiz

Buchlein
A
der
B
die
C
das

Slide 26 - Quiz

April
A
der
B
die
C
das

Slide 27 - Quiz

Liebe
A
der
B
die
C
das

Slide 28 - Quiz

Lernziel

  • Aan het einde van de les kan je een zelfstandig naamwoord vervangen door er, sie of es, doordat je opdrachten en aantekeningen hebt gemaakt.
  • aan het eind van de les kan je 2 woordjes van Lektion 2 benoemen, doordat je ermee hebt geoefend.
  • kan je benoemen wanneer je der, die of das gebruikt.

Slide 29 - Slide

die Hausaufgaben


Maken: opdracht 1 blz. 60 -> gebruik Grammatik B blz. 52
               opdracht 2 blz. 60-> gebruik Lektion 3 blz. 85

Leren: Woordjes Lektion 1, 2, 3 op blz. 85 van NL-DU en DU-NL
(Leer ze door herhaaldelijk op te schrijven!!!!!)

Slide 30 - Slide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

TSCHÜSS!!!

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide