H3.1 /3.2

H3 Water
1 / 40
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

H3 Water

Slide 1 - Slide

Planning
Leerdoelen
H3.1 via lessonup
Aan de slag: waterkringloop
uitleg 3.1
Uitleg 3.2
aan de slag

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet hoe de korte- en de lange waterkringloop werkt en in welke vormen water is opgeslagen
  • Je begrijpt waarom veel water ongeschikt of onbereikbaar is voor de mens
  • Je kunt (te) droge en (te) natte gebieden onderscheiden op een kaart. 

Slide 3 - Slide


Hoeveel procent van het aardoppervlak bestaat uit water?
A
40% water, 60% land
B
50% water, 50% land
C
60% water, 40% land
D
70% water, 30% land

Slide 4 - Quiz

Hoeveel % van het water op de wereld is zoet?
A
2,5%
B
5%
C
7,9%
D
10,4%

Slide 5 - Quiz

Zoet water op de wereld

Slide 6 - Slide

Hoeveel % van het zoete water is toegankelijk voor de mens?
A
1%
B
7%
C
9%
D
11%

Slide 7 - Quiz

Zoet water verdeelt over de wereld.

Slide 8 - Slide

Hoeveel % van het toegankelijke water zit in meren?
A
30%
B
39%
C
45%
D
52%

Slide 9 - Quiz

Toegankelijk zoet water.

Slide 10 - Slide

Wat houdt 'Oppervlaktewater' in?
A
Water in zeeën, rivieren en meren
B
Water dat wordt opgepompt
C
Vervuild water
D
Brak water

Slide 11 - Quiz

Korte kringloop
Bereikt niet het land
Lange kringloop
Bereikt het land

Slide 12 - Slide

Schets deze tekening in je schrift. Zorg er wel voor dat de Lange en korte waterkringloop is terug te zien
timer
2:00

Slide 13 - Slide

Zet de begrippen op de juiste plek: verdamping, condensatie, Neerslag, grondwater, sneeuw, gletsjer, rivier afvoer, infiltratie, zee en zon
timer
2:00

Slide 14 - Slide

Oppervlaktewater

Water wat je kunt zien zoals meren, rivieren en zeeën.


Grondwater

Water dat niet meer zichtbaar is omdat het in de bodem en gesteente getrokken is.


Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Hoofdstuk 3.2
Water in balans

Slide 17 - Slide

Lesdoel
- Je weet de betekenis van alle begrippen die samenhangen met de waterbalans en duurzaam waterbeheer.

- Je begrijpt hoe een waterbalans in elkaar steekt.

- Je kunt het belang uitleggen van duurzaam waterbeheer.

Slide 18 - Slide

Waterbalans van Nederland

Slide 19 - Slide

Waterbalans
''De hoeveelheid water die een gebied binnenkomt en weer uitgaat''

Filmpje: Schrijf mee in je schrift


Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Hoe komt een gebied aan water?
1)  Neerslag
2) Aanvoer uit andere gebieden (rivieren)
3) Aanvoer van fossiel water

Slide 22 - Slide

Binnenkomen: Neerslag
- Zeer ongelijk verdeeld
         - Nederland 660m3 per inwoner
         - Egypte 50m3 per inwoner



- Nuttige neerslag: '' Verschil tussen neerslag en verdamping, dus wat je aan water overhoudt.''

Slide 23 - Slide

Nuttige neerslag
Wordt gebruikt door alles wat op aarde leeft en verdwijnt in de grond door infiltratie.


Infiltratie: ''Het in de grond indringen van water

Slide 24 - Slide

Niet nuttig
Nuttige neerslag

Slide 25 - Slide

Binnenkomen: Fossiel water
Fossiel water: ''Water in de grond dat stamt uit veel eerdere tijden'' Soms wel miljoenen jaren oud (Sahara)
Aquifer: ''Waterhoudende laag in de ondergrond''

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Hoe gaat water een gebied uit?
1)  Uitstroom (rivier stroomt in de zee)
2) Verdamping
3) Mensen gebruiken het voor consumptie

Slide 28 - Slide

Uitgaan: Uitstromen

Slide 29 - Slide

Uitgaan: Verdampen

Slide 30 - Slide

Uitgaan: Verbruik

Slide 31 - Slide

twee soorten water:
Vernieuwbaar water: ''Water dat in het tempo aangevuld wordt waarmee het gebruikt wordt (Of sneller)''. (Nuttige neerslag)

Niet-vernieuwbaar water: ''Water dat niet, of maar heel langzaam wordt bijgevuld waardoor het opraakt als er teveel van gebruikt wordt.'' (fossiel water)

Slide 32 - Slide

Duurzaam waterverbruik
Alleen hernieuwbaar waterverbruik

Neerslag is meer dan verbruik




Slide 33 - Slide

Lees de tekst via de link op classroom
Beantwoord de volgende vragen:
1. Is er kans op waterschaarste in Nederland? Zo ja, wat is een oorzaak?
2. Hoeveel Liter drinkwater gebruikt de gemiddelde Nederlander? Per dag?
3. Wat verbruikt het meeste drinkwater van dat waterverbruik?
4. Benoem twee oplossingen voor het verduurzamen van het waterverbruik

Klaar?: Maken opdrachten H3.1: 6 en H3.2: 2, 3
timer
10:00

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Link

Huiswerk
Doorlezen H3.1/3.2
Maken H3.1: opdracht 6
Maken H3.2: Opdrachten 2 en 3

Slide 36 - Slide

Productieketen mobieltje
Wat: 
Maak in je aantekeningenschrift een strip van minimaal 6 vakjes. Over de productieketen van jou mobieltje.
Het gaat vooral om waar het gebeurd                   Tijd: 20 minuten
De volgende onderwerpen komen terug:
Grondstoffen verzamelen, transport, De fabriek, Milieuvervuiling, Gebruik, afval, Waar hij word ontworpen
Klaar: Maak opdrachten 1, 2, 3, 5 en 6
timer
20:00

Slide 37 - Slide

Lesdoel
- Je weet de betekenis van alle begrippen die samenhangen met de waterbalans en duurzaam waterbeheer.

- Je begrijpt hoe een waterbalans in elkaar steekt.

- Je kunt het belang uitleggen van duurzaam waterbeheer.

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Rekenen met de waterbalans:
''Via de rivieren komt er 900 liter water binnen en stroomt er 340 liter uit. Er valt 200 liter water door regen en er verdampt 30. Er komt ook 80 liter fossiel water binnen en mensen gebruiken 340 liter.''
Hoeveel water is er nog in dit gebied?

Slide 40 - Open question