spreektaal - wonen 1

• NT2
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 4

spreektaal - wonen 1

Welke woorden horen bij wonen?

luister naar het gesprek

Je hoort Ingrid en Lucas

https://www.vandale.nl/spreektaal/1/audiobestanden#spreektaal-1-4

In wat voor een soort huis woont Ingrid?

1. flat
2. rijtjeshuis
3. hoekhuis
4. appartement

In wat voor huis woont Lucas?

1. Een flat
2. Een rijtjeshuis
3. Een villa
4. Een eengezinswoning

Het huis van Lucas is heel groot met 7 kamers

1. Ja
2. Nee

Op welke verdieping woont Ingrid?

1. achtste
2. tweede
3. derde
4. zevende

Welk plaatje is een lift?

1. 
2. 

luisteren

Natasja

https://www.vandale.nl/spreektaal/1/audiobestanden#spreektaal-1-4

Natasja heeft drie kinderen.

1. waar
2. niet waar

Ze woont in een flat.

1. waar
2. niet waar

Het is een oud huis.

1. waar
2. niet waar

Het huis is groot.

1. waar
2. niet waar

Het huis heeft geen tuin.

1. waar
2. niet waar

Luisteren nog een keer goed naar het verhaal van Natasja.

https://www.vandale.nl/spreektaal/1/audiobestanden#spreektaal-1-4

1

2

3

4

5

Geef antwoord op de vragen.

Woon je in een flat?

Heeft je huis 3 kamers?

Heeft je huis een tuin?

Is je huis oud?

Heeft je huis een zolder?

oud

mooi

groot

duur

nieuw

lelijk

goedkoop

klein

Geef antwoord op de vragen

In wat voor een huis woon jij?

Wie zijn deze mensen?