What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Modals
Should
Should is érg veelzijdig.
Should kun je gebruiken voor:
1 / 14
next
Slide 1:
Slide
English
Secondary Education
This lesson contains
14 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Should
Should is érg veelzijdig.
Should kun je gebruiken voor:
Slide 1 - Slide
Should: advies
Als je advies geeft
You
should
really tip the waiter
je zou echt de ober fooi moeten geven
* "ought to" (oht) gebruik je hier óók voor
You
ought to
tip the waiter
Slide 2 - Slide
Should: kans
Als iets
waarschijnlijk
is dat het gaat gebeuren
Wow, our team is 5 points ahead. They
should
win.
wow ons team staat met 5 punten voor. Ze zouden moeten winnen.
"Zouden moeten"
Slide 3 - Slide
Should: gedrag
"Should have" ( Of "ought to have") gebruik je als je wil uitleggen hoe iemand zich zou moeten gedragen.
Woah, he just punched that dude in the nose for no reason. He
shouldn't have
done that!
Wow, hij sloeg net iemand op zijn neus zonder reden. Hij had dat niet moeten doen.
Slide 4 - Slide
Should: vermoeden
"Should have" kun je ook gebruiken als je verwacht dat iets gebeurt.
Alright he's been gone for three hours now, he
should have
come home by now.
Hij
zou thuis moeten zijn gekomen
.
"Supposed to" kan hier ook.
Slide 5 - Slide
Dus
1. Advies
Should / ought to (You should/ ought to do this)
2. Kans
Should (This should happen)
3. Gedrag
Should have / ought to have (You should have done/ough to have done)
4. Vermoeden
Should have / supposed to (He should have reached / he is supposed to have reached)
Slide 6 - Slide
Must / musn't
Must and Musn't
Regels, wetten en verplichtingen (Have to)
Dingen waarvan we weten dat ze waar zijn
Must have / can't or couldn't have
Dingen waarvan we weten dat ze waar waren in het verleden
Slide 7 - Slide
Must / musn't
Must and Musn't
Regels, wetten en verplichtingen (Have to)
You
must
have your dog leashed
Dingen waarvan we weten dat ze waar zijn
She left an hour ago, and her house is only 30 minutes away. She
must
be home by now.
Must have / can't or couldn't have
Dingen waarvan we weten dat ze waar waren in het verleden
We must have gone wrong, we're completley lost
Slide 8 - Slide
Don't have to, don't need to and needn't
Geven een gebrek aan verplichting aan.
Slide 9 - Slide
Supposed to
Vaak ongeschreven regels en verplichtingen.
You're supposed to wear a hat in winter
You're not suppposed to wear shoes in the house.
Slide 10 - Slide
Can , to be able to
Fysiek in staat zijn tot iets
"I can swim" = ik kan zwemmen
"I am able to swim" = nadruk opdat je fysiek in staat bent tot zwemmen
Slide 11 - Slide
Can / could
Kan ook algemene waarheden en sterke mogelijkheden zijn:
It
can
be expensive to travel around europe.
Het zou kunnen zijn dat
Slide 12 - Slide
To be able to
Mogelijkheden in de toekomst
I'm sure
you will be able to
change the shirt if it doesn't fit.
Slide 13 - Slide
Mogelijkheden in de toekomst
I'm sure
you will be able to
change the shirt if it doesn't fit.
Slide 14 - Slide
More lessons like this
Week 49 (7-12)
December 2022
- Lesson with
23 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2,3
3H - lesson 22: modals + negations
March 2023
- Lesson with
12 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Lesson 4. 04/09
August 2019
- Lesson with
10 slides
3H - lesson 22: modals + negations
March 2023
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3HD 17-11-2020
November 2020
- Lesson with
29 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 3
3 H/V Modal Verbs
February 2023
- Lesson with
21 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3
modals
January 2024
- Lesson with
23 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2,3
Modals & negations
February 2024
- Lesson with
28 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 3