23-02-2021 DTH1O

Ga naar: lessonup.app

Vul de code in
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Ga naar: lessonup.app

Vul de code in

Slide 1 - Slide

DTH1O


23 Februar 2021

Slide 2 - Slide

Hallo ik ben 

Slide 3 - Slide

Was werden wir heute machen?
Wat gaan we vandaag doen?

  • Hausaufgaben (huiswerk)
  • Lernziele (leerdoelen)
  • Woordjes herhalen (quiz)
  • Grammatica uitleg
  • Aufgaben (opdrachten)

Slide 4 - Slide

Huiswerk (Hausaufgaben)
Neue Kontakte --> letter C Lesen --> Opdracht 10, 11

Niet gemaakt/in het boek?:
Femke, Chloë, Kayleigh, Sanne, Merle

Kan nog donderdag, anders 1 streepje.

Slide 5 - Slide

Lernziele
Am Ende der Stunde kann ich:
  • de vertaling van de woordjes van hoofdstuk 1 geven door middel van meerkeuze oefening.

  • de persoonlijke voornaamwoorden en het werkwoord 'sein' toepassen in een oefening.

Slide 6 - Slide

Was weißt du noch?
wat weet je nog?
Over de woordjes


4 meerkeuze vragen

Slide 7 - Slide


Wat is 'tien' in het Duits?
A
ziehn
B
zehn
C
sehn
D
tien

Slide 8 - Quiz


Wat is ''de naam'' in het Duits?
A
de Name
B
der Naam
C
die Adresse
D
der Name

Slide 9 - Quiz


Wat is ''der Bruder'' in het Nederlands?
A
de neef
B
de ouders
C
de broer
D
de zus

Slide 10 - Quiz


Wat is ''schön'' in het Nederlands?
A
leuk
B
bijna
C
de week
D
al

Slide 11 - Quiz

Persoonlijk voornaamwoord
Wat is een persoonlijk voornaamwoord?

Slide 12 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord
ik
jij
hij/zij/het

wij
jullie
zij/u
ich
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie
ev: enkelvoud
ik, jij, hij/zij/het
mv: meervoud
wij, jullie, zij/u

Slide 13 - Slide

Pers. vnw + werkwoord sein
ich
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie
ik

jij

hij/zij/het

wij

jullie

zij/u
bin               ben
bist              bent
ist                 is

sind             zijn
seid             zijn
sind             zijn/bent
sein            (zijn)

Slide 14 - Slide

0

Slide 15 - Video

Pers. vnw + werkwoord sein

  1. ik:                                                 6. wij:
  2. jij:                                                 7. jullie: 
  3. hij:                                               8. zij:
  4. zij:                                                9. u:
  5. het:
enkelvoud
meervoud

Slide 16 - Slide

 Aufgaben machen
opdrachten maken
  • Wat? 
Neue Kontake --> Kapitel 1 Ich --> letter D Grammatik
--> Opdracht 12, 13
Boek of Online
  • Hoe? Alleen
  • Hulp? Docent, Lessonup, grammatica overzicht
  • Tijd? ongeveer 13:15
  • Klaar? Quizlet




An die Arbeit!

Slide 17 - Slide