Herhaling H6

Herhaling H6
Lesplanning
  1. Herhaling H6
  2. Zelfstandig voorbereiden toets
  3. Schakeling tekenen

1 / 33
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling H6
Lesplanning
  1. Herhaling H6
  2. Zelfstandig voorbereiden toets
  3. Schakeling tekenen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Stroomkring

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Geleiders

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Spanningsmeter
Draad
Stroomsterktemeter
Spanningsbron
Lamp
Schakelaar

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

LED
b. Een led in de
    sperrichting, de
    led brandt niet.
a. Een led in de
    doorlaatrichting, 
    de led brandt.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions


Hoeveel Ampère staat
aangegeven op de
Ampèremeter?
A
2,2A
B
0,22A
C
0,022A

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Batterijen in serie = spanningen optellen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Batterijen parallel 
De totale spanning is gelijk aan de spanning van één batterij.
De batterijen gaan wel
langer mee.
1,5 V  

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

De lampjes zijn gelijk. De stroomsterkte vanuit de bron is ...
A
0,2 A
B
0,6 A
C
1,8 A
D
1,8 V

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

  • Alle lampjes zitten in dezelfde stroomkring.

  • De stroomsterkte is overal even groot.

  • De spanning van de spanningsbron verdeeld zich over de lampjes/apparaten.

Slide 10 - Slide

Via Phet demonstreren.
De lampjes zijn gelijk. De spanning van de bron is...
A
1,67 V
B
5 V
C
15 V
D
15 A

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Hoe groot is de spanning van spanningsbron U?
A
3 V
B
6 V
C
9 V
D
12 V

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

De spanning over lamp 2 is...
A
3 V
B
6 V
C
12 V
D
24 V

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

  • Elke lampje/apparaat zit in een apparte stroomkring.

  • Over elk apparaat staat de spanning van de spanningsbron.

  • De elektrische stroom heeft meerdere routes. De stroomsterkte in alle routes zijn opgeteld net zo groot als de hoofdstroomsterkte
Parallelschakelingen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

De lampjes zijn gelijk. De stroom door elk lampje is ...
A
0,3 A
B
0,9 A
C
2,7 A
D
6 V

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welk lampje brandt het felst?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Alle lampjes zijn gelijk.
Door lampje 1 gaat een stroomsterkte van 0,6 A.
Hoe groot is de stroomsterkte door lampje 3?
A
0,3 A
B
0,4 A
C
0,6 A
D
1,2 A

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions


De meterkast
- lekstroom
- overbelasting
- kortsluiting
Zekeringen
De zekering schakelt de stroom uit wanneer deze te hoog wordt door overbelasting of kortsluiting.
kWh-meter
De energiemeter of kWh-meter meet het energieverbruik.
Groep
Een aantal stopcontacten en lichtpunten zit samen op één groep. Vanuit de meterkast loopt een aparte leiding voor elke groep.
Aardlekschakelaar
De aardlekschakelaar schakelt de stroom uit bij lekstroom.
Hoofdkabel

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig voorbereiden CP
  • Oefentoets in het boek of de
    oefentoets in classroom.
  • Een beknopte samenvatting maken.
  • Opgaven van H6 nogmaals maken.
timer
20:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig voorbereiden CP
  • 'Oefentoets' socrative
    Ga naar: www.socrative.com
    Klik op login --> student login
    De roomname is: vanburg
  • Oefentoets in het boek of de oefentoets in classroom.
  • Een beknopte samenvatting maken.
  • Opgaven van H6 nogmaals maken.
timer
20:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions




Schakelingen tekenen
https://whiteboard.fi/t536c

Teken een schakeling met:
  • twee batterijen van 1,5V in serie geschakeld;
  • twee lampjes (3,0 V) die branden op een spanning van 3,0 V;
  • een ampèremeter die de stroom door één van de lampjes meet;
  • een voltmeter die de spanning over één van de lampjes meet;
  • een schakelaar waarmee je beide lampjes tegelijkertijd aan en uit kan zetten.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Kortsluiting of overbelasting?
A
Kortsluiting
B
Overbelasting

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Als meerdere apparaten op één stopcontact aangesloten worden, dan wordt de stroomsterkte door elk apparaat kleiner.
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Er is een zekering doorgeslagen, wat is een mogelijke oorzaak?
A
overbelasting
B
De buurman zit aan de aardleiding
C
kapotte lamp
D
de nul draad is kapot

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Bij kortsluiting wordt de stroom afgesloten door:
A
door de energie maatschappij
B
zekering
C
aardlekschakelaar
D
aarderail

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

De maximale stroomsterkte in een groep van een huisinstallatie is:
A
10 A
B
16 A
C
25 A
D
36 A

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Als er teveel apparaten aangesloten worden, slaat een zekering door.
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Door een verdeling in groepen kun je meer elektrische apparaten aansluiten.
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Een woning is met een zekering tegen overbelasting en kortsluiting beveiligd.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions

Je zet de schakelaar een minuut of 10 in de gesloten stand. Leg uit dat de batterij dan leeg loopt.

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Drie verschillende lampen worden parallel aangesloten op een wisselspanning van 230 volt.
Door lamp 1 gaat een stroomsterkte van 120 mA; door lamp 2 gaat een stroomsterkte van 230 mA. De spanningsbron levert een stroom van 0,550 A.
Hoe groot is de stroomsterkte door lamp 3?
A
120 mA
B
200 mA
C
350 mA
D
550 mA

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Drie verschillende lampen worden parallel aangesloten op een wisselspanning van 230 volt.
Door lamp 1 gaat een stroomsterkte van 120 mA; door lamp 2 gaat een stroomsterkte van 230 mA. De spanningsbron levert een stroom van 0,550 A.
Lamp 2 gaat kapot. Hoe groot is de stroomsterkte die de bron dan levert?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions