Woche 22 1.S

Heute Dienstag den 31. April
Schwache Verben NST wiederholen  Seite 112 + 13

"möchten" wie und wann?  Seite 119

Hörverstehen


1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Heute Dienstag den 31. April
Schwache Verben NST wiederholen  Seite 112 + 13

"möchten" wie und wann?  Seite 119

Hörverstehen


Slide 1 - Slide

Hörverstehen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Wat is "eine Küche"?
A
badkamer
B
slaapkamer
C
keuken
D
komt niet voor in de tekst

Slide 4 - Quiz

Wat betekent "schräg"? (Denk je?)

Slide 5 - Open question

Hij moet nogmal "nachdenken". Wat betekent dat?

Slide 6 - Open question

Wat is een "schublade"?
A
lade
B
soep
C
schuif

Slide 7 - Quiz

Wat is "eine Schraube"?

Slide 8 - Open question

Hausaufgabe
Wieviele Scheren habt ihr zu Hause?

Slide 9 - Slide

Schwache Verben
oder
 
regelmäßige Verben

Was? Wie? Ausnahmen/Aufpassen!

Slide 10 - Slide

möchten = zou graag willen
Wann zu benutzen? = Wanneer te gebruiken?

Regelmäßig oder nicht?

Seite 119

Slide 11 - Slide

stam + e
stam + st
stam + est
stam + t
stam + et
stam + en
du + arbeit
ich + geh
du + denk
er + meld
wir + komm
ihr  + heiß
du + heks
Sie + kauf
sie (1) + hör
es + wohn
sie (2) + kämm
du + meld
du + lach

Slide 12 - Drag question

neue Hausaufgaben 
Lernen: Grammatik B Seite 101 gaan we de volgende keer herhalen

                 Lernbox Lektion 4

Machen: Lektion 4 Aufgabe 7, 8, 9 und 10

Vorbereiten: Grammatik D Seite 119







Slide 13 - Slide

Dirndl
&
Lederhose

Danke für eure Aufmerksamkeit!

Slide 14 - Slide

mijn
jouw
zijn
uw
ons
jullie
mein
dein
sein
Ihr
unser
euer

Slide 15 - Drag question

(jouw) Mädchen (1)
A
mein
B
meine
C
dein
D
deine

Slide 16 - Quiz

(jouw) Hausaufgaben
A
mein
B
meine
C
dein
D
deine

Slide 17 - Quiz

(mijn) Schwester
A
mein
B
meine
C
dein
D
deine

Slide 18 - Quiz

(mijn) Vater
A
mein
B
meine
C
dein
D
deine

Slide 19 - Quiz

Bezittelijke vnw + m/v/o/mv
Hoe zit dit?

Snap je  hoe het werkt?

Wat moet je dus weten? 
1
2

Slide 20 - Slide