2K 2 november

Welkom bij Nederlands!
Telefoon in je tas
Op tafel: 
Je lesboek, schrift ,chromebook en  leesboek  
1 / 23
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 23 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Telefoon in je tas
Op tafel: 
Je lesboek, schrift ,chromebook en  leesboek  

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Boek lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vandaag:

  • nakijken huiswerk
  • uitleg spelling §2 leestekens
  • korte pauze
  • maken § 2 opdracht 1 tm 4 (boek)
  • einde les

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk vorige les
§1 herhaling leerjaar 1
vragen ????

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

§2 leestekens

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Zoek de fout 

Waar ontbreekt de komma?

Wat doet dit met de betekenis van de zin?

Slide 7 - Slide

De komma ontbreekt in de volgende zin:
'Ben je minimaal 15 jaar beschikbaar op twee avonden en op zaterdag.'
 
De komma moet achter '15 jaar'. Zo dus: Ben je minimaal 15 jaar, beschikbaar op twee avonden en op zaterdag?

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.


Zoek de fout

Waar ontbreekt de komma?
 

Wat doet dit met de betekenis van de zin? 

Slide 8 - Slide

De komma ontbreekt in de titel. Het zou moeten zijn: 'Schiet op, Griekenland!'

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.

Bron: http://www.upcoming.nl/rick/657/16-hilarische-zinnen-met-vergeten-leestekens

Zoek de fout...

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Punt .
Na een zelfstandige, mededelende zin komt een punt.
Kobus zit op balletles. Hij vindt de lessen heel leuk.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

komma

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wanneer gebruik je een komma?
  • wanneer je twee zinnen samenvoegt tot een nieuwe (langere)zin. Die komma staat dan:                                     - tussen 2 persoonsvormen  Als het hard regent moet je een regenpak aan.                                                               - voor voegwoorden : als, maar, nadat, omdat, terwijl, want Leila miste de trein, doordat ze te laat opstond   -voor en na een deel van een zin dat niet zelfstandig kan staan De peren, die beschimmeld zijn, moet je weggooien.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

  • tussen delen van een opsomming                                      - Nederlanders gaan graag op vakantie naar Frankrijk, Spanje, Duitsland en Italië. (niet voor en) 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Dubbele punt

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wanneer gebruik je een dubbele punt ?
  • voor een aangekondigde opsomming Dit zijn onze favoriete vakantielanden: Frankrijk, Italië, Spanje en Duitsland.
  • voor de directe rede of een citaat. Je geeft dan iemands woorden letterlijk weer. Olivier zei vol vertrouwen: 'Ik ga voor de toets een 10 halen.'
  • als het tweede deel van een zin een verklaring of reden vormt bij het eerste deel .Iris verzorgt haar konijnen goed: ze is een echte dierenvriend. (:=want)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

'aanhalingstekens'   

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wanneer gebruik je aanhalingstekens
  • bij de directe rede of een citaat. Let goed op de plaats van de leestekens.                                                       - 'Wil je vanavond de containers buiten zetten?'vroeg Rayan aan zijn broer.                                                              - 'Vanavond ga ik lekker op de bank hangen' , zei Lilly tegen haar vriendin.                                                               - Esther smeekte haar moeder:'Mogen Aliyaah en Lovian  alsjeblieft blijven logeren?'                                                 'Als je mee wilt rijden naar het concert,'zei Aerelith,'moet jedat snel laten weten.'

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Let op: bij de indirecte reden (je geeft dan iemands woorden niet letterlijk weer) en bij gedachten gebruik je geen aanhalingstekens.                                                         - Luc vroeg aan zijn broer of hij de afvalcontainer buiten wilde zetten.                                                                     - Bart denkt bij zichzelf: waar ben ik aan begonnen?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

  • als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis         - Het woord 'elektriciteit' wordt vaak fout gespeld.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Pauze
    Pauze 
timer
5:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk/maken
Opdracht 1 tot en met 4 vanuit het werkboek (blz 250,251) in je schrift.
Schrijf de zinnen over, niet in je werkboek de leestekens er tussen schrijven.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Link

This item has no instructions

Einde les, schuif je stoel aan.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions