ph2l 31 januari

Welkom bij Nederlands!
Telefoon in je tas 
Op tafel: 
Leesboek
Kauwgum in de prullenbak
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Telefoon in je tas 
Op tafel: 
Leesboek
Kauwgum in de prullenbak

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

boek lezen/nos.nl
timer
10:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
korte herhaling
waar zijn we ? cursus 1 §4
§2 spelling leestekens
korte pauze
maken §2 leestekens
leenwoorden
einde les 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
Ik kan : onderscheid maken tussen feiten, meningen en argumenten
Ik leer: leestekens op de juiste manier gebruiken

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

waar zijn we ?
cursus 1, paragraaf 4 af ? 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

§2 leestekens

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Zoek de fout 

Waar ontbreekt de komma?

Wat doet dit met de betekenis van de zin?

Slide 8 - Slide

De komma ontbreekt in de volgende zin:
'Ben je minimaal 15 jaar beschikbaar op twee avonden en op zaterdag.'
 
De komma moet achter '15 jaar'. Zo dus: Ben je minimaal 15 jaar, beschikbaar op twee avonden en op zaterdag?

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.


Zoek de fout

Waar ontbreekt de komma?
 

Wat doet dit met de betekenis van de zin? 

Slide 9 - Slide

De komma ontbreekt in de titel. Het zou moeten zijn: 'Schiet op, Griekenland!'

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.

Bron: http://www.upcoming.nl/rick/657/16-hilarische-zinnen-met-vergeten-leestekens

Zoek de fout...

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Punt .
Na een zelfstandige, mededelende zin komt een punt.
Tina zit op balletles. Zij vindt de lessen heel leuk.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

komma

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wanneer gebruik je een komma?
  • wanneer je twee zinnen samenvoegt tot een nieuwe (langere)zin. Die komma staat dan:                                     - tussen 2 persoonsvormen  Als het hard regent moet je een regenpak aan.                                                               - voor voegwoorden : als, maar, nadat, omdat, terwijl, want Eva miste de trein, doordat ze te laat opstond   -voor en na een deel van een zin dat niet zelfstandig kan staan De peren, die beschimmeld zijn, moet je weggooien.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

  • tussen delen van een opsomming                                      - Nederlanders gaan graag op vakantie naar Frankrijk, Spanje, Duitsland en Italië. (niet voor en) 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Dubbele punt

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wanneer gebruik je een dubbele punt ?
  • voor een aangekondigde opsomming Dit zijn onze favoriete vakantielanden: Frankrijk, Italië, Spanje en Duitsland.
  • voor de directe rede of een citaat. Je geeft dan iemands woorden letterlijk weer. Isa zei vol vertrouwen: 'Ik ga voor de toets een 10 halen.'
  • als het tweede deel van een zin een verklaring of reden vormt bij het eerste deel .Kim verzorgt haar konijnen goed: ze is een echte dierenvriend. (:=want)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

'aanhalingstekens'   

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wanneer gebruik je aanhalingstekens
  • bij de directe rede of een citaat. Let goed op de plaats van de leestekens.                                                       - 'Wil je vanavond de containers buiten zetten?'vroeg Tim aan zijn broer.                                                              - 'Vanavond ga ik lekker op de bank hangen' , zei Fiene tegen haar vriendin.                                                               - Suus smeekte haar moeder:'Mogen Anne en Emma alsjeblieft blijven logeren?'                                                 'Als je mee wilt rijden naar het concert,'zei Liselotte,'moet jedat snel laten weten.'

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Let op: bij de indirecte reden (je geeft dan iemands woorden niet letterlijk weer) en bij gedachten gebruik je geen aanhalingstekens.                                                         - Dean vroeg aan zijn broer of hij de afvalcontainer buiten wilde zetten.                                                                     - Stijn denkt bij zichzelf: waar ben ik aan begonnen?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

  • als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis         - Het woord 'elektriciteit' wordt vaak fout gespeld.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Korte pauze!
timer
5:00

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Maak cursus 7 spelling §2  opdracht 1 tm 4
blz 250-251


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Einde les!
Schuif je stoel aan en zet je tafel recht.

Tot de volgende les.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions